Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Het levenswerk van Jan Siebelink

"Knielen op een bed violen" (2005) is het boek waar Jan Siebelink zijn leven lang naar toegewerkt heeft. Het is een roman over het leven van zijn vader, een poging om -met inspanning van alle krachten- te begrijpen hoe het komt dat iemand álles in zijn leven kan opgeven om vrede met God te krijgen. 

Vader Siebelink, bloemenkweker in Velp, wordt beschreven als een zachtmoedige man met een wat mystieke inslag. Op een dag treft zijn zoon hem aan onder de appelboom, ter aarde gestort. Zijn boek ligt op de grond, zijn bankje een eind verderop. Vuur uit de hemel heeft hij gezien, zegt hij, en daarin heeft God tot hem gesproken. 

Die ervaring tekent het gezin Siebelink. De vader zoekt het gezelschap van de paauweaanse oefenaars, leest preken van oudvaders en komt niet meer in de hervormde kerk. Zelfs zijn vrouw en kinderen, hoeveel hij ook van hen houdt, mogen hem niet afleiden van het ene nodige. De moeder begrijpt het niet, heeft een instinctieve afkeer van de mannen in het zwart, wil haar man liefhebben zoals vroeger, wil hem vasthouden - maar moet zelfs aan zijn sterfbed wijken voor de oefenaars, die daar geen onbekeerde mensen dulden. Die ingrijpende sterfbedscène vormt de beklemmende climax van het boek. 

Voor wie een beetje bekend is met de kring die Siebelink beschrijft, is het verhaal heel herkenbaar en tegelijk heel vervreemdend. Siebelink is geen Maarten 't Hart of Jan Wolkers, hij schrijft met invoelingsvermogen, hij wil begrijpen. De beelden, geuren en geluiden van het Gelderse landschap zijn tussen de bladzijden van zijn boek gevangen, de tragische liefde van een man en een vrouw wordt schitterend beschreven. Maar het geloof van de vader is -behalve indrukwekkend- vooral beklemmend en onbegrijpelijk, terwijl de paauweaanse oefenaars voor het grootste deel slechts weerzin oproepen. 

Begrijpelijk dus dat geestverwanten van vader Siebelink vinden dat er geen recht wordt gedaan aan de opvattingen van de paauweanen. Maar ja, dat is Siebelinks bedoeling ook niet, hij schrijft een roman waarin emoties en ervaringen belangrijker zijn dan feitelijkheden. Hij wil geen beeld van het christelijk geloof, van het calvinisme of van het piëtisme schetsen, hij wil alleen maar zijn vader begrijpen. En hoewel hij ontzettend zijn best doet om te bevatten wat die vader bezielde, snapt hij er uiteindelijk toch niets van. Dat is de kracht én de zwakte van dit boek. Het raadsel blijft overeind en houdt de spanning er tot de laatste bladzijde in. Maar als je echt inzicht in de bevindelijke geloofsbeleving wilt hebben, ben je na het lezen van dit boek nog geen stap verder gekomen. 

Wat je wél steeds meer beseft: hoe moeilijk en pijnlijk het is om mens te zijn in relatie tot andere mensen. De vader, de moeder en de kinderen begrijpen elkaar niet, ze doen elkaar pijn -de jongste zoon spot met het geloof van zijn vader, vloekt daarbij zelfs-, en toch houden ze veel van elkaar. Is het geloof van de vader dat allemaal waard? Dat is de confronterende vraag die Jan Siebelink stelt, de vraag die na lezing blijft hangen.