De christelijke balletdanseres Valli Chattaine uit Parijs staat voor een moeilijke taak. De Tweede Wereldoorlog kan ieder moment uitbreken en zij heeft beloofd de nazi Dietrich Gestler informatie te ontfutselen om haar land te helpen. Linda Chaikin beschrijft in de roman "Gevaarlijke dans" hoe ze dat aanpakt.
Valli weet zich gesteund door een knappe agent van de Franse geheime dienst, Marc Durell. Hem heeft ze al eerder ontmoet en, hoewel hij wel wat in haar zag, is het niet tot een relatie gekomen door toedoen van Valli's hekserige zus Giselle. Dit jaloerse sujet is later zelfs zover gegaan dat ze de man met wie Valli op het punt stond te trouwen, Kraig Gestler (de broer van Dietrich), heeft ingepikt.
Het is inmiddels jaren later en er bloeit toch een romance op tussen Valli en Marc. Giselle is inmiddels getrouwd; niet met Kraig Gestler, maar met de vriendelijke superieur van Marc. Dietrich zit haar echter behoorlijk dwars. Hij probeert haar te chanteren: als zij vitale informatie van haar man weet los te krijgen, zal hij haar besmeurde verleden niet in de openbaarheid brengen.
Deze verhaallijn biedt Chaikin genoeg aanknopingspunten om er een ruim 300 bladzijden dikke roman over te schrijven. Beetje bij beetje komt de lezer erachter wat er allemaal aan de hand is en dat zorgt ervoor dat de spanning in het verhaal blijft.
De personen zijn simpel getekend en eenvoudig verdeeld in goed en slecht. De goeden, zoals Valli en Marc, geloven in God en leiden een leven waarin geen plaats is voor drank en sigaretten, terwijl de slechteriken, zoals Dietrich en Giselle, regelmatig een glas alcohol achterover slaan of staan te roken; bovendien is er in hun leven geen plaats voor God.
Al met al is "Gevaarlijke dans" een aardig boek. Het kan wel bevreemding wekken dat een balletdanseres na een wervelend optreden in haar kleedkamer God dankt voor haar talenten en dat ze zich er niet aan stoort dat haar show goede recensies krijgt in kranten die nota bene op zondag verschijnen.
N.a.v. "Gevaarlijke dans" door Linda Chaikin; vert. Arie Maasland; uitg. Kok, Kampen, 2001; ISBN 90 435 0416 5; 332 blz.