Het is de ironie van het leven. Als tienermeisje droomde ze ervan schrijfster te worden. Het bewind van Sovjetdictator Josef Stalin maakte dat echter onmogelijk. Acht jaar na haar dood in 1993 ging haar wens postuum in vervulling. "Ik wil leven" is het eerste en laatste werk van Nina Loegovskaja, de Anne Frank van Rusland.
De naam Nina Loegovskaja zou voor altijd onbekend zijn gebleven als niet Irina Osipova, lid van de mensenrechtenorganisatie Memorial, in 2001 haar dagboek had ontdekt in de archieven van de Russische geheime dienst KGB. De drie dikke schriften, geschreven tussen oktober 1932 en januari 1937, waren onderdeel van het strafdossier van Sergej Rybin, Nina's vader.
Hoewel er in de loop der tijd wel meer dagboeken van tieners in de periode-Stalin zijn verschenen, ging het toch om een zeldzame vondst, schrijft Natasja Perova, vertaalster en oprichtster van de Russische uitgeverij Glas, in het voorwoord op het boek. Alle dagboeken en brieven die bij arrestaties in beslag werden genomen, zijn later immers vernietigd, tenzij ze dienst konden doen als belastend materiaal.
Dat laatste was dan ook het geval. Begin januari 1937 deed de NKVD huiszoeking in de woning van Sergej Rybin, die op dat moment als voormalig lid van de Socialisten-Revolutionair -een verboden partij die zich tegen de bolsjewieken had gekant- een straf uitzat. Sergejs vrouw en drie dochters werden opgepakt en veroordeeld tot werkstraffen in Kolyma - een van de zwaarste inrichtingen van de goelagarchipel.
De toen 18-jarige Nina was schuldig bevonden aan het beramen van "terroristische plannen." In haar dagboek had de NKVD -de voorloper van de KGB- passages aangetroffen als: "Ze hebben nu geweigerd om papa een verblijfsvergunning te geven. () Woede, machteloze woede nam bezit van me. () Ik rende scheldend de kamer op en neer en kwam tot de conclusie dat ik de schoften moest vermoorden. Dat klinkt absurd, maar het is geen grapje. Een paar dagen lag ik urenlang op mijn bed te overpeinzen hoe ik hem moest vermoorden. Zijn beloften, de dictator, de ploert en het secreet, de vuile Georgiër die Rusland kapotmaakt."
Alle 'belastende' fragmenten, die door de NKVD werden gemarkeerd, zijn in het boek onderstreept. Ook veel minder agressieve passages -die uit de mond van een veertienjarige amper serieus te nemen zijn- werden door de autoriteiten als verdacht beschouwd, bijvoorbeeld Nina's talrijke uitingen van een gevoel van zinloosheid. "Het leven is een ononderbroken reeks van teleurstellingen. Wat ben ik tegengekomen sinds ik in de luiers lag? Teleurstellingen, teleurstellingen en teleurstellingen. Vanaf de tijd dat ik me iets kan herinneren hebben ze mijn leven begeleid. Eerst de teleurstelling in mensen en daarna bittere en pijnlijke teleurstellingen in het leven."
Haveloze boeren
Uit haar sombere overdenkingen en 'poging tot zelfmoord' -"het leven is, als je nuchter om je heen kijkt, zo'n zinloze en stomme grap"- destilleert de NKVD het beeld van een gedegenereerde politieke vijand van het volk, een suïcidale mensenhater vol afgunst en kwaadwillendheid jegens de mensheid, iemand die niet van haar status als Sovjetburger wist te genieten, wat gold als een misdaad.
Overigens is het dagboek niet louter zware kost. In haar dagboek schrijft Nina ook regelmatig over zaken die ieder meisje op die leeftijd bezighouden; haar uiterlijk -ze is scheel en vindt zichzelf lelijk-, haar gevoelens ten opzichte van haar klasgenoten, in het bijzonder de jongens, de relatie tot haar vader, van wie ze weliswaar houdt maar met wie de verhouding stroef is vanwege diens autoritaire opvattingen. Opvallend is niettemin de rijpheid van haar gedachten en haar vermogen tot (zelf)reflectie. Slechts weinig pubers zullen hun gedachten zo kunnen verwoorden als Nina - als ze die al hebben.
Het dagboek geeft hier en daar ook een verhelderende blik op de samenlevin g onder Stalin. Op 21 augustus 1933 schrijft Nina: "Zestig kopeken voor een kilo witbrood! Vijftig kopeken voor een liter petroleum! Moskou kankert. In de rijen schelden boze, hongerige en vermoeide mensen op de machthebbers en vervloeken het leven. Nergens is er ook maar één woord te horen ter verdediging van de gehate bolsjewieken." En tien dagen later: "Er gebeuren vreemde dingen in Rusland. Honger, kannibalisme Degenen die vanuit de provincie aankomen vertellen het nodige. Er wordt gezegd dat er geen tijd is om de lijken van de straat te halen, dat de provinciesteden vol hongerende, haveloze boeren zijn."
Verschillende keren sinds de verschijning van het boek is Nina vergeleken met Anne Frank. Voor een deel is dat terecht. Beide meisjes schrijven in een totalitair regime over hun problemen als puber en hun relatie tot hun ouders en nabije omgeving. Beiden hebben hun dromen en ambities. Toch zijn er verschillen, al was het alleen maar dat Nina niet helemaal vrij lijkt van antisemitische sentimenten. Een ander verschil is dat Anne Frank bij voorbaat al was veroordeeld en Nina niet.
Leeg en verdrietig
De grote tegenstelling tussen Anne en Nina is dat laatstgenoemde de kampen overleefde. In 1942 kwam ze met haar moeder en zussen vrij, hoewel ze pas vijf jaar later toestemming kregen om naar de Oeral te vertrekken. In 1959 verhuisde Nina met haar man naar Vladimir, op 200 kilometer afstand van Moskou, waar ze in 1993 stierf. Haar omgeving in Vladimir heeft nooit iets van haar kampverleden geweten.
Uit het werkkamp kwam een andere Nina terug dan er in was gegaan. Op 24 februari 1933 had ze nog geschreven dat "de menselijke ziel in staat is om te hopen, in wat voor situatie dan ook. Het lijkt of alles voorbij is maar ergens begint dan schuchter de hoop zich te roeren, die wordt langzaam groter en omvangrijker en uiteindelijk neemt ze je hele hart in beslag. De laatste tijd heb ik dikwijls bij mezelf dat afsterven en herboren worden van hoop ondervonden."
Na Kolyma is de hoop van Nina waarschijnlijk geheel afgestorven. En hoe dat voelde, had ze eerder ervaren. "En hoe smartelijk en pijnlijk is het wanneer de hoop (speciaal een lang gekoesterde) plotseling vervlogen is. Je hart is leeg en verdrietig."