Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Gert van de Wege

Gedenkschrift voor vroegere vrienden

Iran, Nederland en Zuid-Afrika: de combinatie ligt niet voor de hand. Een reis door Zuid-Afrika inspireerde Kader Abdolah tot een nieuwe roman. Het is een collage van teksten en een gedenkschrift voor zijn vroegere vrienden. Een ongewone constructie en uiterste eenvoud gaan erin samen. Abdolah legt een wellevende nieuwsgierigheid aan de dag. 

Kader Abdolah heeft aan zijn roman "Portretten en een oude droom" een niet-alledaagse verteller meegegeven. Attar, zo heet hij, is namelijk zeventien jaar geleden geëxecuteerd. Voor twee van de drie vrienden met wie hij door Zuid-Afrika reist, geldt hetzelfde. Hun gezamenlijke vriend Dawoed maakt een schrijverstournee door het land. Net als in hun gedeelde verleden in Iran, vertelt hij zijn belevenissen 's nachts aan zijn vrienden. Maar het is Attar die de roman vertelt. "Sorájja ligt op dezelfde begraafplaats als wij. Zij ligt dertien graven verder, rechts boven mij." Zulke zinnen zetten aan het denken. Vanwaar deze ongebruikelij ke constructie? 

De biografie van Kader Abdolah (1954) geeft een aanwijzing. In 1988 vestigde hij zich als politiek vluchteling uit Iran in Nederland. Als Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani, mogen we aannemen, want Kader Abdolah is zijn schrijversnaam. Hij koos hem als eerbetoon aan een vriend die omkwam als Iraans verzetsstrijder. Dat is de parallel met de constructie van zijn roman: ook toen Abdolah twee jaar geleden werd uitgenodigd om in een cultureel uitwisselingsprogramma Zuid-Afrika te bezoeken, moeten zijn Iraanse vrienden hem steeds door het hoofd hebben gespeeld. 

Niet alleen omdat zij -sommigen gedood, anderen vast in Iran- de vrijheid die hij had, misten. Ook omdat Zuid-Afrika een land na een 'geslaagde' revolutie was. De ondergrondse linkse verzetsbeweging waarvan Abdolah in Iran lid was, had contacten met het Zuid-Afrikaanse verzet. In zijn bezoek aan Zuid-Afrika wilde hij ontdekken hoe Iran eruit zou zien na een revolutie. Vandaar dat Mandela en Tutu een ereplaats krijgen in zijn boek, vandaar dat hij in "Portretten en een oude droom" aandacht schenkt aan de verhouding tussen blanken en zwarten. 

Gelaagd 

Abdolah heeft er blijkbaar voor gekozen om in deze roman zijn belevenissen in Zuid-Afrika als het ware speciaal aan zijn vrienden te vertellen. Maar ook heeft hij zich ingedacht in die vrienden: hoe zou zijn reis er vanuit hun perspectief hebben uitgezien? Daarmee is deze roman opnieuw een blijk van liefde en verbondenheid aan zijn oude vrienden. Dawoed, Abdolahs alter ego, spreekt het openlijk uit: "De vrijheid die ik nu heb, verdien ik niet. Op de weg die ik voor mijn leven koos, heb ik een paar van mijn vrienden en dierbaren verloren. Drie van hen werden gedood en twee van hen moesten lange tijd gevangenzitten. Ik voel me schuldig en dit schuldgevoel laat me niet los." 

"Portretten en een oude droom" is een gelaagd boek geworden. Het verhaal dat Dawoed aan de vijf vrienden vertelt, is in alle opzichten realistisch; de tweede laag, van Attar en zijn vrienden, is dat uiteraard niet. Bovendien heeft Abdolah in elk hoofdstuk een bewerkt gedeelte uit de oude Perzische literatuur opgenomen dat inhoudelijk 'rijmt' op het hoofdstuk. De geciteerde Zuid-Afrikaanse gedichten voegen daar nog eens een extra dimensie aan toe. 

Opmerkelijk in dit boek is de waarnemingsliefde die Dawoed aan de dag legt. Niet voor niets staat het woord "portretten" in de titel. Hij kijkt, noteert, vraagt - en de eenvoudigste dingen kunnen daarbij op zijn warme belangstelling rekenen: hoe de bediendes in een restaurant heten, hoeveel kinderen ze hebben, wat de namen zijn van mensen uit het dorp waar hij vertoeft. Het levert bladzijden op die ondenkbaar simpel zijn, met als sprekendste voorbeeld de passage waar hij in een lijst, compleet met opsommingtekens, beschrijvingen opneemt van de mensen die hem in een dorpsstraat passeren. 

Zou hier een dieper motief meespelen? Dawoed, zich indenkend in zijn overleden vrienden, moet juist daardoor zijn leven als een voorrecht ervaren, als een geschenk. Des te nieuwsgieriger, benieuwder, ontvankelijker kijkt hij om zich heen. In dubbel opzicht geldt dat voor de reis door Zuid-Afrika, het land waar, als we Dawoed mogen geloven, de oude tegenstellingen nog steeds bestaan, maar waar toch vreedzaam naast elkaar geleefd wordt. 

Naïviteit 

En het lijkt op Iran. Dawoed voelt zich er direct thuis: "Ik had mijn bergen terug en ook die kleine simpele huizen waren van mij. Nederland was verdwenen. Amsterdam lag nu heel ver van mij. () Nederland is niet mijn thuis, dacht ik met enig schuldgevoel." Misschien is Abdolah, die zo wonderlijk snel in Nederland thuis raakte, zich met de reis zijn ontheemding temeer bewust geworden.
In een tijd dat ontvankelijkheid en nieuwsgierigheid kenmerkend waren voor kinderen, zou "Portretten en een oude droom" een kinderlijk boek genoemd kunnen worden. Ik bedoel niet dat Abdolah wel eens te veel uitlegt of dat hij te veel verkleinwoorden gebruikt (keertje, glaasje, sigaretje, minuutjes). Het is zijn uiterst eenvoudige, opsmukloze stijl; het is de manier waarop hij naar de wereld kijkt, die verfrissend vrij is van navelstaarderij en effectbejag. 

Waarschijnlijk spreekt de zo door Abdolah geliefde Perzische literatuur hierin een woordje mee. Wie schrijft er anno 2003 nog een boek waarin dromen worden verteld die vervolgens stuk voor stuk uitkomen? Het schematische element, de beknoptheid, de voorliefde voor typen (de dichteressen met wie Dawoed optrekt, die overal hun negen gedichten voorlezen, en hun echtgenoten!), ze vertonen weinig overeenkomst met wat in de Nederlandse literatuur gebruikelijk is. 

Abdolahs naïviteit heeft ook een inhoudelijke component. Het is het ongeloof in gevaar 's nacht op straat, nota bene in Zuid-Afrika (want in Iran deden de verzetsstrijders vreemdelingen ook niets aan), het vertrouwen in mensen die niets stelen, maar slechts even op je spullen passen om ze vervolgens terug te brengen. Een auteur als Coetzee heeft een ander beeld van het land getoond. 

Maar deze kijk mag eenzijdig of onjuist zijn, de inkt stolt in je pen wanneer je bedenkt dat het iemand met de geschiedenis van Abdolah is die erachter staat. Zijn roman "Spijkerschrift" (2000) vertelt die geschiedenis, en maakt afdoende duidelijk dat Abdolah onmogelijk een al te zonnig beeld van de mens kan hebben - de sjah en de geestelijken in Iran hebben hem immers anders geleerd. 

N.a.v. "Portretten en een oude droom", door Kader Abdolah; uitg. De Geus, Breda, 2003; ISBN 90 445 0238 7; 188 blz.