Tussen de vele oorlogsboeken die al verschenen zijn, neemt het nieuwe boek van J. J. Frinsel een aparte plaats in. Vaak wordt er vanuit de kant van het verzet geschreven. Frinsel neemt stelling aan de andere zijde, die van de bezetter. In "De klap" kijkt de oude Jan terug op zijn leven, nadat zijn kleinzoon hem heeft gevraagd wat Jan in de oorlog voor de Joden heeft betekend.
Een ongelukkige jeugd (uithuisplaatsing, weeshuizen, liefdeloosheid en dergelijke) hebben van Jan een verbitterde jongen gemaakt. Hij heeft dan ook maar één doel en dat is: zo snel mogelijk vrij en zelfstandig zijn. Hij denkt dit te kunnen bereiken door zich op te geven bij het Vrijwilligerslegioen Nederland. Na een zware opleiding in Duitsland vertrekt hij naar het front in Rusland. Opgaand in zijn pas verworven vrijheid, sluit hij zich af voor de vraag wat goed en wat kwaad is. Tussen de kameraden aan het front voelt hij zich zelfs gelukkig.
Bij een gevecht raakt hij zwaargewond en wordt afgevoerd naar een hospitaal. Als Duitsland moet capituleren, valt Jan in de handen van de Amerikanen. Na zijn vrijlating komt hij pas tot de ontdekking wat er onder de Duitse macht allemaal heeft plaatsgehad. Hoe meer hij te weten komt over de achtergronden van de oorlog en de barbaarse ideologieën van de nazi's, hoe meer hij zich gaat schamen en medeschuldig gaat voelen aan het onrecht. Hij beseft dat hij nooit een rechtvaardiging voor zijn verkeerde keuze kan aanvoeren.
De laatste hoofdstukken van het boek beschrijven de moeilijkheden die Jan ondervindt bij het verwerven van een plaatsje in de maatschappij en hoe hij zijn leven in Gods handen leert leggen.
Het waar gebeurde verhaal wordt beschreven in de vorm van een soort raamvertelling. Tussen de vraag van de kleinzoon en het antwoord van Jan staat de herinnering van het verleden, die steeds kritisch bekeken wordt door de oude man. Hij vraagt zich af of zijn reacties van toen wel rechtvaardig waren.
Omdat er in de voltooid verleden tijd is geschreven, heeft het boek een afstandelijk karakter. Er wordt niet vanuit emoties geschreven, maar over emoties. Dat maakt het boek zakelijk. Het moet voor een schrijver heel moeilijk zijn om in de huid van een opportunist te kruipen, die alles gebruikt om persoonlijke vrijheid te verwerven. Het is knap en gedurfd dat Frinsel die poging waagt.
Gelaten
Toch is hij er niet helemaal in geslaagd het karakter van de hoofdpersoon overtuigend neer te zetten. Je zou denken dat iemand die weet wat hij wil, daar ook helemaal voor gaat. Jan weet wat hij wil, heeft maar één ideaal en dat is zijn vrijheid. Maar zodra die vrijheid in het geding komt, zoals tijdens de zware en wrede opleiding waarin hij door Duitse propaganda wordt geïndoctrineerd, laat hij dat gelaten over zich heen komen. Zou hij niet bij de eerste vernedering of ruwe behandeling ontdekt hebben dat de situatie niet veel anders was dan in het weeshuis? En zou hij niet in verzet zijn gekomen? Jan wordt neergezet als een slappeling die alles best vindt, zolang hij zich maar gelukkig kan voelen. Zou zo iemand het volhouden in een beestachtig zware opleiding?
Ook kun je afvragen of iemand kan leven in de verschrikking van de oorlog zonder zich ooit eens af te vragen waar het allemaal goed voor is. Alle wrede dingen die om hem heen gebeuren, lijken langs hem af te glijden en laten geen indruk achter. Alleen wanneer het een van zijn vrienden betreft, zie je emoties naar voren komen. Al met al is het een karakter waar je moeilijk in kunt verplaatsen. En dat is misschien wel de belangrijkste reden dat het verhaal wat op een afstand blijft.
N.a.v. "De klap", door J. J. Frinsel; uitg. Den Hertog, Houten, 2001; ISBN 90 331 1582 4; 200 blz.