Grote verwachtingen: wie heeft ze niet? Charles Dickens heeft ze gehad, evenals zijn lezers. Pip, de hoofdfiguur van Dickens' "Grote Verwachtingen", heeft ze ook. Pip laat zijn lezers zien dat het in het leven niet gaat om het verwezenlijken van eigen ambities. Die bijbelse notie doortrekt als een zuurdesem deze morele fabel, waarin de eerzucht de wortel van teleurstelling in zich draagt.
Pip groeit op als weeskind, bij zijn oudere zus en zwager, de dorpssmid. Het bestaan is hard, de mensen ook. Zijn zus is gefrustreerd door haar huwelijk met een smid, die nooit verder komen zal, en de goedige sul laat zich haar getier aanleunen. Pip voelt de pijn van haar onbevredigende bestaan aan, maar begrijpt niet waarom die op zijn bordje gelegd wordt. De onvoorspelbaarheid en irrationaliteit van haar gedrag stempelen zijn wereldje tot een dreigende, bijna magische plek.
Als er plotseling een ontsnapte misdadiger verschijnt op de slikken van de Theems, die dreigt hem te laten opeten door een kannibaal als hij thuis niet wat voedsel en een vijl gaat stelen, is hij wel bang, maar kijkt hij niet eens vreemd op. Wat later nodigt een hoogst excentrieke dame hem uit met haar uiterst arrogante pleegkind, Estella, te komen spelen. Zij vernederen hem, en gebruiken hem, en hoewel de motivatie voor hun gedrag Pip ontgaat, is de behandeling hem vertrouwd genoeg om die gelaten te ondergaan. Graag zelfs, want hij raakt smoorverliefd op dit mooie sterretje dat vanuit haar onbereikbaar hoge stand zich verwaardigt hém te treiteren boven alle andere dorpsjongens. Wanneer hij in de leer is bij zijn zwager krijgt hij een anoniem aanbod om als "gentleman" in Londen te worden heropgevoed. Dat grijpt hij met beide handen aan.
Gelittekend
Als Londense gentleman kun je niet veel met een "working class"-achtergrond. Pip neemt dus flink afstand. Als de smid een keer komt vragen hoe het gaat, kijkt hij hem weg. Hij leert snel hoe je schulden moet maken en hoe je zonder geregelde arbeid de dag plezierig kunt vullen. Hij gaat het fortuinlijke bestaan aanvaarden als iets dat hem toekomt. Estella duikt weer op na het doorlopen van een Franse kostschool. Ze waarschuwt hem om niets te verwachten van een hernieuwde kennismaking. Tevergeefs, hoewel Pip zich wel weer even de gekoeioneerde boerenpummel voelt. Maar het kán toch niet anders of het leven moet geschapen zijn om hem een volmaakt bestaan te bieden?
Als Pip ontdekt dat het geld waarvan hij leeft afkomstig is van de ontsnapte misdadiger voor wie hij destijds eten en een vijl gestolen had, stort zijn gentleman's wereld in. Als die misdadiger vervolgens gepakt wordt en al zijn bezittingen verbeurd verklaard worden, zit Pip zonder middelen van bestaan. Dan begint de tweede heropvoeding - tot mens die oog heeft voor zijn naaste. Dankzij een vriend krijgt hij een baan op een oosters handelskantoor. Dan gaat hij ook reflecteren over zijn verleden.
Vanuit dit vertelperspectief, van bezonken volwassenheid, laat Dickens het hele verhaal ontstaan, en creëert hij geleidelijk een Pip die gerijpt en gelittekend het leven door kan, zonder grote verwachtingen. Alle andere verhaalfiguren zijn wat Forster "flat characters" noemt. Zij spelen één bepaalde rol, hebben één bepaalde eigenschap die hen en het verhaal beweegt: de excentrieke dame wraakzucht; Estella de onbereikbaar hoge verwachting; Pips zuster onvervulde wensen; de smid opofferingsgezindheid.
Pip komt volledig tot leven; hij roept tederheid op -als onderdrukt verschoppelingetje- en afschuw, als egoïstische en verwaande jongeman. Dickens laat hem als volwassene groeien tot een man die geleerd heeft om met zichzelf en zijn omgeving psychologisch en sociaal in balans te blijven, op een waardige manier. Dan kan hij het ook aan om zijn niet verwezenlijkte verwachtingen op hun waarde te toetsen, als niet te vervullen, onrealistische dromen.
Romantisch slot
Onze grote verwachtingen als lezer worden op één punt ook niet waargemaakt. Zoals vaker gebeurt, worden in de vertaling krachttermen aangedikt, zo zelfs dat een enkele keer de pagina ontsierd wordt door een vloek. Vertalers zijn nogal eens bot, en zouden Niek Bakkers brochure, "Bloody: hoe vertaal je dat?" als verplichte literatuur op hun nachtkastje moeten hebben staan.
In de oorspronkelijke versie van de roman ontmoeten Pip en Estella elkaar nog een keer, sterk genoeg om elk huns weegs te gaan, zij als getrouwde vrouw, hij als vrijgezelle medewerker van een Brits-Egyptisch handelshuis. Keuzes blijken bepalend voor je levensbestemming - een tweede bijbelse notie. Dickens' publiek pikte echter een dergelijke realistische afloop niet. Men maande hem massaal een andere laatste aflevering te schrijven, met een romantischer slot. Dickens zag zich genoodzaakt zijn artistieke integriteit geweld aan te doen en aan de grote verwachtingen van zijn lezers te voldoen door Estella te transformeren tot weduwe en Pip tot huwbare partij, zodat ze elf jaar na de crisis alsnog hand in hand een onbestemde toekomst tegemoet kunnen gaan.
N.a.v. "Grote Verwachtingen", door Charles Dickens; vert. Eugène Dabekaussen en Tilly Maters; uitg. L. J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 2001; ISBN 90 204 5723 3; 559 blz.