Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Els Brussé-Dekker

Gods hand op de bakstenen kerkmuur

De herfstmiddag in het Duitse kustplaatsje Rerik lijkt er een als alle andere. Wie zou vermoeden dat hier, in dit saaie dorp, mensen met zichzelf worstelen op leven en dood? Alfred Andersch schreef er een beklemmend verhaal over, "De laatste reden". 

Het is 1937. De dreiging van de nazi's, aangeduid met "de anderen", lijkt niet in Rerik door te dringen, maar schijn bedriegt. De predikant van het plaatsje, Helander, heeft er geen Godsvertrouwen meer door over, want "de duisternis was sterker gebleken dan het kleine licht" (de boodschap van het Evangelie). Steeds als hij uit het raam van de pastorie kijkt, hoopt hij op de bakstenen kerkmuur "het schrift" te zien "waarop hij wachtte", hoopgevende woorden van God. 

De vorige avond heeft hij bezoek gehad dat het einde van zijn leven kan inluiden. In zijn kerk, de St.-Georgkerk, staat namelijk een houten beeld van een halve meter hoog, een kloosterleerling die aandachtig een boek leest. De bezoeker heeft geprobeerd Helander over te halen het door een Jood gemaakte houtsnijwerk aan hem mee te geven, omdat de nazi's deze zogenoemde "ontaarde" kunst verbieden. De predikant heeft geweigerd en de man heeft hem daarop ijskoud aangekondigd dat het beeld twee dagen later zal worden weggehaald. Helander begrijpt dat het dan ook met hem gedaan is. 

Hij bedenkt een plan om de kloosterleerling uit Rerik weg te krijgen, maar dan gaat zijn prothese opspelen. De dokter raadt hem aan een taxi te bellen en naar het ziekenhuis te gaan. Zo stelt hij Helander zonder het te weten voor een ontzaglijk dilemma. Als hij toegeeft aan het idee van zijn arts, is hij veilig, maar dan raakt het beeld onherroepelijk in handen van "de anderen". Moet hij dan zijn leven geven voor de redding van de kloosterleerling? "Als ik de hoorn niet van de haak neem, is God misschien helemaal niet zo ver weg als ik altijd denk. Is Hij dan misschien heel dichtbij?", overweegt de predikant. 

Ten einde raad
Tegelijkertijd zijn er nog vier mensen in Rerik die ten einde raad zijn, hoewel niet allen in dezelfde mate. Er is de visser Knudsen, een veertiger die radicaal teleurgesteld is in de communistische partij. In zijn ogen heeft de partij gefaald, nu de nazi's steeds meer invloed krijgen. Die herfstmiddag is hij gestrikt voor een ontmoeting met de hem onbekende kameraad Gregor. Hij is woedend op zichzelf dat hij nu niet net als de andere vissers uitvaart, want hij haat de partij; bovendien maakt hij zichzelf verdacht tegenover "de anderen" door zijn boot in de haven te laten liggen. Daar komt bij dat Helander hem vlak voor de afspraak vraagt het houten beeldje naar Zweden te brengen en daar voelt hij ook al niets voor. Dan is er nog zijn vrouw, die Knudsen koste wat het kost wil beschermen; zij heeft een psychische stoornis en als de nazi's daarachter komen, weet hij wel hoe slecht het met haar zal aflopen. 

Bij Gregor liggen de problemen op een ander vlak. Ooit was hij een bevlogen communist, maar intussen beseft hij dat hij destijds dacht als een robot. Gregor wil nu deserteren uit de partij en dat wil hij in het havenplaatsje proberen, door met hulp van Knudsen Duitsland te verlaten. Als hij in Rerik oog in oog komt te staan met de kloosterleerling, dringt tot hem door dat hij als deze monnik wil zijn: vol aandacht voor waar je mee bezig bent, maar zonder je eigen vermogen tot kritiek daarbij uit te schakelen. 

Gregor ontmoet in het plaatselijke hotel het rijke en beschermd opgevoede, Joodse meisje Judith. Haar invalide moeder heeft net zelfmoord gepleegd om haar te dwingen het land uit te vluchten. In Rerik zal ze proberen een schipper zover te krijgen dat hij haar meeneemt en daar is grote haast bij, want de hoteleigenaar heeft al om haar paspoort gevraagd. Ten slotte is er nog de vijftienjarige leerjongen van Knudsen. Hij wil weg uit Rerik, en wel om drie redenen: er valt niets te beleven, hij verwijt de inwoners de dood van zijn vader (een visser die het waagde buitengaats te gaan) en om "de laatste reden", omdat het exotische oord Zanzibar bestaat. 

Beklemming
Aan elk van deze personen zijn afwisselend korte gedeelten van het verhaal gewijd, waarin hun gedachten en belevenissen naar voren komen. Deze fragmenten zijn voor het grootste deel geschreven vanuit het perspectief van de personen, zodat de beklemming van wat zij meemaken nog dichterbij komt. Niet voor niets zijn de gedeelten over "de jongen" cursief gedrukt; zijn romantische verlangen om weg te komen uit Rerik valt in het niet bij het doodsgevaar en het Godsgemis waarin de andere personen zich bevinden. 

Terecht heeft Alfred Andersch voor dit boek drie literaire prijzen ontvangen. Wie met zo weinig woorden zulke existentiële worstelingen zo aangrijpend weet over te brengen, heeft een hoogstaand literair werk geschapen. 

N.a.v. "De laatste reden" door Alfred Andersch; vertaald door Nico Eikelenboom; Den Hertog, Houten, 2001; ISBN 90 331 1572 7; 144 blz. Vertaling van "Sansibar oder der letzte Grund", 1970.