In 1857 wordt een zekere Hunter Bell, een presbyteriaanse dominee die zo'n ommezwaai heeft gemaakt dat hij goudzoeker en gokker is geworden, het gouddelverskamp in Goldstrike uit gejaagd omdat hij vals heeft gespeeld tijdens het kaarten. Zo'n gegeven biedt genoeg aanknopingspunten om een spannend verhaal rond deze predikant te weven. En dat heeft Richard Paul Evans dan ook gedaan.
Wie Evans' vorige roman "Het medaillon" -die ook bij Kok verscheen- heeft gelezen, weet al half en half wat voor soort boek "De spiegel" zal worden. Er komt namelijk ook nog een door het leven gebeukte jonge vrouw in het verhaal voor die de gedachte- en leefwereld van de cynische dominee ongeda chte impulsen geeft.
Net als in "Het medaillon" zit het de hoofdpersonen in het leven niet mee. Hunter heeft God vaarwel gezegd toen hij zijn vrouw en zijn tweede kind bij de bevalling verloor. Hij probeert wat van zijn leven te maken, maar maakt niet de indruk dat hij gelukkig is; de herinneringen aan de afschuwelijke dood van zijn vrouw keren bij tijd en wijle terug. Bovendien is hij bang weer van iemand te gaan houden.
Bij de andere hoofdpersoon, de Ierse Quaye McGandley, heeft de ellende intrede gedaan sinds het moment dat haar vader en moeder haar ten huwelijk gaven aan de bruut Jak, in de hoop hun dochter voor de hongerdood te vrijwaren. Ze is nogal afgestompt door de mishandelingen van Jak; ze verzet zich niet meer, maar laat zich op de vreselijkste manieren toetakelen en kan zich zelfs niet van hem losmaken als ze daar alle gelegenheid toe krijgt.
Onvoorwaardelijke liefde
Als de levenspaden van Hunter en Quaye elkaar kruisen, ligt het voor de hand dat ze verliefd op elkaar worden. Net als in "Het medaillon" laat de man het afweten op het cruciale moment dat de vrouw zijn onvoorwaardelijke liefde nodig heeft, maar de rest van hun verhouding verloopt totaal anders en veel aangrijpender, want hun liefde loopt niet in ieder opzicht goed af.
Verder beschrijft Evans beeldend hoe het eraan toe moet zijn gegaan onder gouddelvers en gokkers in het wilde westen van de negentiende eeuw. Hunter is een gewiekst persoon en hij heeft het geluk dat er steeds mensen op hem gesteld zijn die zich in levensgevaar willen begeven om hem te redden, maar anders had het er enkele keren niet zo best voor hem uitgezien.
Net als "Het medaillon" is ook "De spiegel" een mooi boek. Het is spannend en ontroerend, lang niet zo voorspelbaar als het lijkt en het leest prettig. Er zijn een paar duidelijk positief-christelijke elementen aanwezig, zoals de terugkeer tot God van Hunter, maar ze voeren niet de boventoon. Daardoor blijft dit boek gewoon een roman en verwordt het niet tot een half gefantaseerde bekeringsgeschiedenis.
N.a.v. "De spiegel" door Richard Paul Evans; vert. Rika Vliek; uitg. Kok, Kampen, 2001; ISBN 90 435 0321 5; 302 blz.