Leo Vroman is al lang bioloog in ruste (hij is de tachtig al ruimschoots gepasseerd), maar zijn fascinatie voor alles wat leeft blijft voortduren. Van hem verscheen een werkelijk kolossale bundel gedichten van meer dan 170 pagina's. In vorige bundels bleek Vroman al een dichter die tamelijk gemakkelijk zijn wetenschappelijke voorliefdes in zijn poëzie binnenvoerde. Ook nu weer zijn er didactische passages als de volgende aan te treffen:
Of lees hoe eiwitten, geboren
als een slappe keten, zich behoren
op te krullen,
en hoe een ander eiwit dat gebouwd is als een ring
glijdt over het hele jonge ding
dat voornamelijk gemasseerd wordt
om te voelen of er iets verkeerd wordt
opgevouwen
Hoe men het ook wendt of keert en hoe wetenschappelijk zulke passages mogelijk ook aandoen, Vroman vertelt hier toch in de eerste plaats een verhaal. Hij poëtiseert de wetenschappelijke gegevens, veel meer dan dat hij wetenschap in zijn gedichten bedrijft.
Vromans gedichten spetteren nog steeds van vitaliteit. Dat daar af en toe wat sinterklaasrijm tussendoor sijpelt, is niet zijn grootste zorg: "Schrijft iemand voor de eeuwigheid?/ Kom kom,/ een kwestie van tijd:/ ook de Dom/ valt straks om." Het gaat hem erom dat hij zijn liefde voor de mensen en de dieren en de planten kwijt kan, en dat hij de mensen oproept om met die "stomme oorlogen" op te houden. En hij roept in zijn Psalmen weer zijn "Systeem" aan, een soort persoonlijke godsconceptie die bij mij de afdeling "natuurlijke godskennis" uit de gereformeerde theologie in herinnering roept:
Systeem
Gij doet mij over alles nog verbazen,
van het miertje naar zijn werk lopend
tot mijn eigen lichaam in extase -
elk wonder dat zich op een kiertje opent
naar Uw Aanwezigheid
Jammer dat Vroman tussen al deze blijken van zorg en liefde voor het bestaande nogal wat schimpscheuten kwijt moet in de richting van het christelijk geloof.
"De gebeurtenis en andere gedichten", door Leo Vroman; uitg. Querido, Amsterdam, 2001; ISBN 90 214 8696 2; 176 blz.