De Joodse Joseph Prager uit "De koopbrief" van Clara Asscher-Pinkhof is intelligent genoeg om medicijnen te studeren. Eenmaal volwassen, laat hij zijn riante doktershuis en z'n bloeiende praktijk in Nederland achter om met zijn gezin in het Palestina van begin twintigste eeuw aan een eigen staat voor medejoden te bouwen.
"Voor zijn geloofsgenoten", zegt de achterflap van deze herdruk. Wat dat geloof inhoudt, is echter vaag geworden in het leven van Joseph. Maar de traditie, sociaal idealisme en een diepe verbondenheid met hun volk blijken voor hem en zijn vrouw Dina voldoende om alle comfort op te geven. Ze worden er niet armer van. Als hij na jaren tijdelijk in het vaderland terugkomt, ervaart Joseph hoe zijn familie en vrienden daar "hopeloos gekluisterd" zijn geraakt aan hun "maatschappelijke positie" en "sociale verplichtingen". Of zoals zijn ambitieuze studiegenoot Keuning het verwoordt: "Ik benijd je, Prager. Ik mag dan al bereikt hebben wat ik wilde - jij hebt meer bereikt. Jij leeft, en ik word geleefd."
Dat, en de wonderlijke weg die het volk van Israël al eeuwen gaat, wordt door Clara Asscher-Pinkhof ook in deze roman prachtig ingetogen beschreven. De titel refereert aan Jeremia 32, waar Jeremia een akker koopt als teken van waarborg voor Israëls herstel.
N.a.v. "De koopbrief", door Clara Asscher-Pinkhof; ISBN 90 6140 744 3; 239 blz;