"Natuurlijk kun je het." Het is een zinnetje dat Jean vaak tegen zichzelf zegt. En meestal redt ze het inderdaad. In de roman "Op de tast" beschrijft Susan Vreeland hoe deze doortastende blinde jonge vrouw zich ontworstelt aan de macht van haar vader, die het niet nodig vindt dat zij zelfstandig dingen onderneemt. Maar ook hoe zij met vallen en opstaan haar blinde man en vier kinderen verzorgt.
Twaalf jaar is Jean Treadway als zij door een oogziekte haar hele gezichtsvermogen verliest. Haar vader laat haar naar een gewone middelbare school gaan en stuurt haar ook op zomerkamp. Toch begrijpt hij niet dat zij na een aantal jaren een blindegeleidehond wil. De chauffeur brengt Jean immers overal waar ze wil? De cursus die Jean moet volgen om met de hond op pad te mogen, opent haar ogen voor veel dingen. Zij merkt hoe de anderen uit de groep knokken om een normaal leven te leiden.
Eenmaal weer in de veilige omgeving bij haar ouders, vecht Jean verder voor haar eigen zelfstandigheid. Niet lang daarna komt Forrest in beeld. Deze blinde man is een echte doorzetter, die leeft op een ranch in Californië. Na hun huwelijk vestigen ze zich daar samen.
Met beperkte hulp van buitenaf voedt Jean de kinderen op. Er zijn veel moeilijke momenten voor haar. Als ze bijvoorbeeld voor het eerst geprobeerd heeft haar zoontje zelf te verschonen, merkt de kinderverzorgster op: "Ik weet niet hoe u ooit in uw eentje voor deze baby moet gaan zorgen." En even later: "Ik hoop dat u daarvan leert dat u niet nog een kind moet nemen."
Andere pijnlijke momenten zijn er als er iets misgaat met de kinderen en de buren of anderen komen haar dat vertellen. De ondertoon in hun stem is vaak verwijtend. Maar voor Jean is het nog moeilijker te verteren dat haar eigen kinderen haar in de maling nemen. Zo gooit haar oudste zoontje op een keer vliegen in haar koffie. Zodra ze hem een standje geeft, sluipt hij weg tot hij buiten gehoorafstand is.
Een grote schok is het ook als hun jongste zoon op zevenjarige leeftijd blind wordt. Ze besluiten te verhuizen naar de plaats waar een school staat die voor hem geschikt is.
"Op de tast" van Susan Vreeland leest vlot weg. Er zit diepgang in. De karakters van Jean en Forrest worden duidelijk getekend. Jean ontwikkelt zich tot een zelfstandige vrouw. Voor ziende mensen is het heel nuttig om op deze manier een kijkje in de wereld van een blinde te kunnen nemen en daaruit te leren over de omgang met hen. Toch had ik aan het eind van het boek de neiging om bladzijden over te slaan. De worstelingen blijven en er gebeurt niet zo veel meer, totdat ten slotte de jongste blind wordt en ze gaan verhuizen.
Susan Vreeland geniet al enige bekendheid door het boek "Meisje in hyacintblauw", dat vorig jaar verscheen. Zij woont zelf in het gebied waar het grootste deel van "Op de tast" speelt: Californië. De beschrijvingen van het landschap en de manier van leven spreken tot de verbeelding.
Wat God voor Jean en Forrest betekent, wordt niet echt duidelijk. Een predikant trouwt hen, ze gaan iedere zondag een keer naar de kerk, Forrest laat zich door zijn zus voorlezen uit de Bijbel en als het tegenzit zegt een van hen op een keer: "Laten we niet vergeten dat God goed is." Maar met hun diepste vragen komen ze niet bij God. Als haar beste vriendin omkomt bij een vliegtuigongeluk, denkt Jean: "Wat een rotstreek van het lot." Forrest laat zich af en toe een vloek ontglippen en een vriend van het gezin heeft zijn tong in dat opzicht ook niet onder controle. Dat doet behoorlijk afbreuk aan de leeswaardigheid.
N.a.v. "Op de tast", door Susan Vreeland; uitg. Bzztôh, Den Haag, 2001; ISBN 90 5501 8155; 304 blz.