De Amerikaanse romanschrijver Ray Beeman krijgt precies op het juiste moment de aanbieding van zijn leven. Zijn uitgever is failliet en de inkomsten drogen op. Devlin Chamber doet hem een aantrekkelijk voorstel. Voor een geheim ministerie mag hij af en toe geloofwaardige scenario's schrijven als dekmantel voor allerlei politieke activiteiten van de regering. Salaris: 175.000 dollar in het eerste jaar. Met voldoende vrijheid om boeken te blijven schrijven. 

Beeman hapt aarzelend toe en komt, na enkele opdrachten te hebben uitgevoerd, terecht in een ondergronds laboratorium in de woestijn van New Mexico. Daar is een geleerde verdwenen die werkte aan een uitermate geheim project. Wetenschappers hebben een toegang weten te vinden tot de wereld waarin demonen of duivels leven. De poort is een cirkelvormige waterval in de vorm van een verticale koker. Politici gebruiken de wezens erachter om sinistere plannen uit te werken. 

De verdwenen geleerde blijkt z'n verstand verloren te hebben en dreigt het project in het honderd te laten lopen. Verschillende mensen laten daarbij het leven. Uiteindelijk wordt de verwarde man zelf neergeschoten. 

De confrontatie met de demonen grijpt Beeman zo sterk aan dat hij er nachtmerries van overhoudt. De duivels laten hem niet meer los. Uiteindelijk stort hij zijn hart uit bij een predikant. Daarmee breekt hij zijn belofte van geheimhouding, wat hem duur komt te staan. 's Nachts wordt hij door Devlin en zijn mannen ontvoerd en overgeleverd aan de demonen. Beeman, die altijd ongelovig was, weet op dat moment niets anders te doen dan de raad van de dominee op te volgen: hij doet een beroep op Jezus. Die redt hem uiteindelijk wonderlijk uit de macht van de boze. 

"Waterscheiding" is een bij vlagen spannend boekje, dat niet in alle opzichten overtuigt. Het 'christelijke' element is op een wat onnatuurlijke wijze in het verhaal verwerkt. Vooral de manier waarop Beeman in contact komt met dominee Shakelford is gezocht, terwijl het boek in geestelijk opzicht nogal oppervlakkig blijft. De predikant zegt: "We hebben allemaal gezondigd; Jezus heeft voor die zonde de prijs betaald. Nu zijn wij aan zet. Wat doen we met die kennis?" 

Gansky stelt een gedurfde thematiek aan de orde, gebaseerd op een uitspraak van Paulus uit Efeze 6: "Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers dezer wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht." Het is bijbels om te geloven dat er plaatsen zijn waar de gevallen engelen "tot het oordeel" worden bewaard (2 Petr. 2:4). Waar is ook dat "het schild des geloofs" tegen deze machten uitkomst biedt. 

De vraag is of wij deze gebieden met onze fantasie mogen ontsluiten. Het gaat immers om een geestelijke strijd die met geestelijke middelen wordt gevoerd. Concretisering van het onzichtbare is een riskante zaak. Er zijn inderdaad grenzen die beter niet overschreden kunnen worden, zoals op de omslag van het boekje staat. 

N.a.v. "Waterscheiding", door Alton Gansky; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2001; ISBN 90 239 9041 2; 107 blz.; 4,95; na 1 juli 14,90.