Roodmutsje. Stel je voor dat de hoofdpersoon uit een bekend sprookje ineens niet meer Roodkapje zou heten. Voor soortgelijke problemen kwam Barber van de Pol te staan toen zij een nieuwe vertaling maakte van "Don Quichot". Ze schreef er een boeiend boekje over.
De nieuwe vertaling die Barber van de Pol in 1997 uitbracht van "Don Quichot", de beroemde roman van een dolende ridder en zijn zwaarlijvige schildknaap, had geen voetnoten en slechts een kort nawoord als verantwoording. De lezers van het origineel dat de Spaanse schrijver Miguel de Cervantes in 1605 (deel I) en 1615 (deel II) uitbracht, moesten het indertijd immers ook begrijpen zonder noten, vond de vertaalster. "Maar er komen zeker een paar essays, of wellicht een boekje, waarin ik verantwoording zal afleggen van al die (vertaal)keuzes", zei ze in een interview met deze krant. Dat boekje, "Cervantes & co", een bundeling van lezingen en essays, ligt nu in de winkel en de ondertitel verklaart de bedoeling: "In plaats van voetnoten".
Je hoeft geen Spaans of algemene taalkunde gestudeerd te hebben om geboeid te raken door de manier waarop Barber van de Pol vertelt over haar vertaalkeuzes. Dat geldt temeer omdat zij voor de lezers elke Spaanstalige uitdrukking vertaalt of toelicht.
Creatieve oplossing
Een van de ingrijpendste keuzes moest gemaakt worden bij de vertaling van de openingszin. Het Spaans heeft hier een vorm van het werkwoord "querer" (houden van, wensen, willen). Dat was in de vorige Nederlandse vertaling, die van Van Dam en Werumeus Buning uit de jaren veertig, geworden: "In een dorpje in de Mancha, waarvan ik mij de naam niet wens te herinneren..." Deze editie wordt overigens door Barber van de Pol steeds met ere genoemd. Zij toont echter -mijns inziens overtuigend- aan dat "willen" hier slechts hulpwerkwoord is. Ze kwam tot een creatieve oplossing, waarin "willen" gehandhaafd bleef: "In een plaatsje in la Mancha, waarvan de naam mij niet te binnen wil schieten, leefde niet lang geleden..."
In deze openingszin, en zelfs al bij de vertaling van de titel, week Barber van de Pol dus af van een al decennialang bestaande vertaling, die tot voor kort nog de meest gangbare was. Hier krijg je het effect van Roodkapje dat Roodmutsje wordt. Begrijpelijk dat een vertaler bij zulke beslissingen niet over één nacht ijs gaat. Met de vertaling van het gerecht dat Don Quichot zaterdags op het menu had staan, is Barber van de Pol vier jaar lang aan het experimenteren geweest.
Geen promotie
Vertalers en kenners van de "Don Quichot" of van het Spaans zullen ongetwijfeld veel meer uitweidingen over dit soort problemen willen lezen. Dat zal alleen gebeuren als Barber van de Pol nog meer lezingen houdt en die bundelt, want ze gaat niet op haar vertaling promoveren. Dat was haar wel gevraagd, maar ergens op het traject haakte zij bewust af. Wel spoort zij anderen aan: "Ik zou literaire vertalers willen oproepen stelselmatig zo niet principieel van noten af te zien en de al vertalend opgedane kennis, als ze daar kans toe zien, onder te brengen in essays en studies, wie weet proefschriften."
In de bundel zijn ook twee reisverhalen opgenomen. Een grappig maar zeker niet oubollig hoofdstuk vormt het essay "Cervantes' hulde aan de vrouw", waarin de auteur eerlijk opbiecht dat nu zij het boek zoveel beter kent, de vrouwen in "Don Quichot" voor haar zeer aan glans gewonnen hebben.
Veel van wat Barber van de Pol in de meer beschouwende opstellen te berde brengt, zoals over het verschil tussen kunst en kunde, over al dan niet terechte vertaalkritiek, over het recht doen aan de intentie van de auteur, levert voldoende stof op voor een symposium. Er klinkt een krachtig en aannemelijk pleidooi in door om de vertaler serieus te nemen. Een belangrijk en vaak over het hoofd gezien feit is dat niet zelden de vertaler degene is die de uitgever op een boek attendeert.
Betrokkenheid
De rode draad in de opstellen van Van de Pol is haar grote betrokkenheid bij het boek en bij de auteur. Daar gaat iets van uit, ongeveer zoals wanneer je een schilder, een componist of een uitvoerend musicus hoort vertellen hoe een stuk in elkaar zit. Haar betrokkenheid is, in een proces van enkele jaren, ontstaan door het kennisnemen van een grote hoeveelheid lectuur over Cervantes en van tal van vertalingen van "Don Quichot", maar vooral door het bijzonder intensief omgaan met de tekst van het boek zelf. En dan te bedenken dat zij zich ook jarenlang heeft beziggehouden met -om maar niet alles te noemen- de Argentijnse auteurs Borges en Cortázar. Voor de vertaling van Cortázars "Rayuela, een hinkelspel" kreeg zij de Martinus Nijhoffprijs.
Een vertaler die gauw klaar wil zijn, kon wel eens paars aanlopen bij kennisneming van deze essays.
N.a.v. "Cervantes & co", door Barber van de Pol; uitg. Querido, Amsterdam, 2000; ISBN 90 214 7858 7; 135 blz.