Jan Luyken ontdekte in John Bunyan een geestverwant. Dat is een van de vele verrassende inzichten die worden geboden door het proefschrift van H. van 't Veld met de titel: "Beminde broeder die ik vand/ op 's werelds pelgrims wegen." Deze dichtregels van Luyken, afkomstig uit een van zijn geestelijke brieven, zouden volgens Van 't Veld probleemloos op John Bunyan kunnen slaan - als beide mannen elkaar hadden ontmoet.
Een bloemlezing uit vele kwesties die Van 't Veld aan de orde stelt: Was Jan Luyken een volgeling van de theosoof Jacob Böhme, die onder meer leerde dat in God het goed en het kwaad verenigd zijn? Is hij terecht de grootste dichter uit de nabloei van de Gouden Eeuw genoemd? Hoe ging het er in zijn tijd aan toe in een etswerkplaats? In welke traditie staan Luykens prenten? Voor welke uitgevers heeft Luyken gewerkt?
Na een inleidend hoofdstuk behandelt Van 't Veld het leven van Luyken (hoofdstuk 2) en Bunyan (hoofdstuk 3). Hoofdstuk 4 besteedt aandacht aan de Nederlands-Engelse betrekkingen in de zeventiende eeuw. Hoofdstuk 5 beschrijft de prenten die Luyken heeft gemaakt bij illustraties uit Bunyan-boeken, hoofdstuk 6 de invloed die deze illustraties hebben gehad in Nederland en hoofdstuk 7 de impact ervan in het buitenland.
Het nieuwe proefschrift geeft blijk van een gezonde wetenschappelijke speurzin en een grote belezenheid. Tevens bewijst de promovendus zijn kritische geest door inzichten van zijn voorgangers niet klakkeloos over te nemen. Hij toont bijvoorbeeld overtuigend aan dat Luyken veel minder böhmistisch dacht dan veelal beweerd wordt en laat daarbij weinig heel van het werk van sommige voorgangers.
Uitgebreid
Van 't Veld noemt veel in zijn proefschrift. Soms komt de vraag op of bepaalde uitweidingen in dit verband wel zo uitgebreid behoefden te zijn, bijvoorbeeld het twintig pagina's tellende exposé over Böhmes leer. Maar het moet gezegd: iedere uitweiding is op zichzelf beschouwd de moeite van het lezen waard; Van 't Veld gaat nergens oppervlakkig te werk. Ook blijft de grote lijn van het proefschrift duidelijk.
De meer dan 200 illustraties dragen ongetwijfeld bij tot de aantrekkelijkheid van Van 't Velds boek. Het is bijvoorbeeld interessant om de Enge Poort in Aziatische uitvoering te zien. Helaas bevat het boek wat kleine tekstverwerkingsfouten (typografie en zinsbouw). Tevens zijn enkele verwijzingen incorrect; op bladzijde 71 wordt bijvoorbeeld verwezen naar afbeelding 7 waar 9 bedoeld wordt.
Maar dit doet niets af aan de grote waardering die Van 't Velds proefschrift verdient. Het is onmisbaar voor ieder die zich wil verdiepen in Jan Luyken en het kan de basis worden van alle onderzoek dat de komende decennia naar deze kunstenaar wordt verricht.
N.a.v. "Beminde broeder die ik vand/ op 's werelts pelgrims wegen. Jan Luyken (1649-1712) als illustrator en medereiziger van John Bunyan (1628-1688)", door H. van 't Veld; uitg. De Banier, Utrecht, 2000; ISBN 90 336 0479 5; 560 blz.