Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: A. de Jong

Terug naar ouderwetse plaatjes

Even heeft hij erover nagedacht de verhalen zelf te illustreren. Maar hij had er, vond hij, geen tijd voor. De keuze van C. S. Lewis viel uiteindelijk op de jonge illustratrice Pauline Baynes. Bij de recente heruitgave van de Narnia-verhalen viel uitgeverij Callenbach terug op háár illustraties. Dat lijkt een goede beslissing. De afbeeldingen zijn in elk geval beter dan de modern aandoende tekeningen uit een vorige uitgave. 

Over smaak valt niet te twisten. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat er niet veel Lewis-liefhebbers zijn, hetzij kinderen hetzij volwassenen, die enthousiast waren over de illustraties van Annemarie van Haeringen in de vorige Nederlandse uitgave (1989) van de Narnia-kronieken door uitgeverij Leopold. Wie het echt om de verhalen van C. S. Lewis te doen is, maakt zich niet al te druk om de tekeningen, maar dat neemt niet weg dat ze voor de aantrekkelijkheid van het boek als geheel wel van belang zijn. 

Het is daarom een goede keuze van uitgeverij Callenbach om terug te grijpen op de oorspronkelijke illustraties van Pauline Baynes. Zijn die dan volmaakt? Nee, zeker niet. De veeleisende Lewis had er regelmatig kritiek op. De gezichten van de kinderen vond hij te leeg en uitdrukkingsloos en de vaardigheid van Baynes in het tekenen van dieren sloeg hij niet hoog aan. "Zij kan geen leeuwen tekenen, maar zij is zo mooi en gevoelig dat ik het haar niet vertellen kan", citeert biograaf George Sayer de bekende apologeet. 

Ondanks deze, toch niet onbelangrijke, gebreken was Lewis in grote lijnen tevreden over de illustraties van Baynes, die hem was aanbevolen door zijn vriend Tolkien. De titelprent en de meeste paginagrote tekeningen voor het tweede deel in de Narnia-serie, "Prins Caspian", bevielen Lewis uitstekend, weet Sayer. Hoe dit ook zij, de ouderwetse plaatjes die nu weer terug te vinden zijn in de bekende kinderboeken, doen gezellig aan en zijn realistisch van aard. Voorzover zoiets tenminste mogelijk is bij het illustreren van een sprookjesboek. 

De omslag van de nieuwe uitgave, getekend door Julek Heller, is werkelijk schitterend te noemen. Dat belooft iets voor de zes andere delen die nog verschijnen zullen. De inhoud van de Narnia-boeken, waarvan nu het eerste deel, "Het betoverde land achter de kleerkast", opnieuw is uitgegeven, behoeft geen aanbeveling. De boeken, die tussen 1950 en 1956 voor het eerst verschenen, schilderen een wonderlijke wereld van fauns, centauren, dwergen en sprekende dieren. Het is het land Narnia, waar net als in onze wereld een strijd tussen goed en kwaad plaatsvindt en waar de leeuw Aslan koning is. 

Via een betoverde kleerkast komt een viertal kinderen vanuit Engeland onverwacht in Narnia terecht, waar zij fantastische avonturen beleven en er middellijkerwijs voor zorgen dat het fantasieland bevrijd wordt van een ijselijk boze tovenares. Maar dat is nog niet alles. Op knappe wijze heeft Lewis in zijn verhalen de hoofdgedachten van het christelijk geloof weten te verwerken, met name in het eerste deel, waarin de leeuw Aslan zich opoffert om Narnia te redden van het kwaad. 

De zevendelige serie wordt door kinderen in het jaar 2000 nog evenzeer verslonden als in het jaar 1950. Ouders die de boeken in huis hebben, kunnen dat bevestigen. En lezen er zelf stiekem ook nog in. 

N.a.v. "Het betoverde land achter de kleerkast", door C. S. Lewis; uitg. Callenbach, Kampen, 2000; ISBN 90 266 1057 2; 160 blz.