Als er elk halfjaar een kinderboek van je verschijnt en als je ook nog eens de prijs voor het beste christelijke jeugdboek van 1999 (Het Hoogste Woord) krijgt, ben je niet langer een schrijver in de marge. Een boek van Guurtje Leguijt (1961) staat sinds het bekroonde "Heibel in m'n hoofd" synoniem voor een vlot geschreven, modern verhaal over levensechte kinderen met soms levensgrote problemen.
Schrijven heeft haar altijd gelegen. "Op de lagere school vond ik het schrijven van opstellen al leuk. Ik begreep niet dat anderen daar een hekel aan hadden." Later, als Guurtje Leguijt zo'n 16 jaar is, schrijft ze onder pseudoniem in het blad van haar voetbalclub. "Ik vond dat erg spannend. Hoe zouden ze op mijn stukjes reageren? Daarom schreef ik ze onder een schuilnaam."
In 1989 begint Leguijt aan het grotere werk. Tijdens haar eerste zwangerschapsverlof maakt ze een begin met een roman voor volwassenen. Door tijdgebrek -in 1992 wordt haar derde kind geboren- blijft het daarbij. Wel start ze in 1994 met columns voor het pedagogische blad "Rondom het kind" en twee jaar later werkt ze als schrijfster mee aan een nieuwe godsdienstmethode voor het basisonderwijs.
Pesten
Anne Nijburg -destijds voorzitter van de Werkgroep Christelijke Kinderboeken- geeft de beslissende stoot aan haar schrijverschap. Hij houdt in verschillende interviews een pleidooi voor het schrijven van kinderboeken die niet specifiek christelijk zijn, maar wel zijn geschreven vanuit christelijke normen en waarden. Leguijt voelt zich hierdoor zo aangesproken, dat ze een kinderboek schrijft over het thema pesten. "Toen ik Anne Nijburg in die tijd tegenkwam, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en hem gevraagd wat ik het beste met het manuscript kon doen. Hij heeft het beoordeeld en me aangeraden ermee naar Kok te gaan." Leguijt komt terecht bij Callenbach, het kinderboekenfonds van Kok.
Toch bestaat er geen boek van Leguijt over pesten. "Ik moest het verhaal wat langer maken en een redacteur vroeg me toen of ik soms al met iets anders bezig was. Toen bleek dat het thema van "Heibel in m'n hoofd" interessanter was, moest ik dat maar voorrang geven. Daarom is het manuscript over het pesten eigenlijk een beetje blijven liggen." Momenteel verschijnt het als vervolgverhaal in het EO-blad "Zeggus"; waarschijnlijk ligt het september volgend jaar in de boekwinkels.
Apartelingen
Het opvallende aan de boeken van Leguijt is dat ze gaan over kinderen die iets bijzonders hebben: een jongen met een autistische stoornis, een drieling, een slechthorend meisje en nu, in haar vierde boek, een jongen die hoogbegaafd is. Ten dele komt dat doordat ze zich aangetrokken voelt door wat zij noemt "de uiterste groepen", de mensen op wie wel eens neergekeken wordt omdat ze 'minder' zouden zijn, zoals verstandelijk gehandicapten en randgroepjongeren, met wie Leguijt zelf gewerkt heeft. "Daar zitten ook mooie kanten aan en die wil ik laten zien."
Aan de andere kant kiest Leguijt bewust voor apartelingen omdat ze dan haar boodschap kwijt kan. "Ieder mens is waardevol zoals hij of zij is. Als alle mensen dat zouden beseffen én ernaar zouden leven, zou de wereld er anders uitzien. Dat moet je de kinderen al leren."
In haar laatste boek, "Winnen!", kan Friso niet uit de voeten met zijn hoogbegaafdheid. Hij snakt ernaar om normaal, dat wil zeggen onopvallend, te zijn, maar langzamerhand komt hij tot het besef dat hij zijn hoogbegaafdheid moet accepteren en dat hij zijn echte persoonlijkheid inclusief zijn bijzondere vermogens niet moet verstoppen.
Christelijk
Net als "Heibel in m'n hoofd" biedt "Winnen!" tal van aanknopingspunten voor christelijke elementen, zoals bidden op moeilijke momenten. Heel bewust heeft Leguijt -zelf Nederlands gereformeerd- besloten daar niets mee te doen. "Dan moet je het christelijke er helemaal in verweven en niet op sommige plekken er iets van laten blijken. Het wordt dan een heel ander boek. Bovendien is het dan weer een boek dat bij een bepaalde groep blijft." Leguijt zou het jammer vinden als kinderen die zich niet in de christelijke levensstijl herkennen, haar boeken opzij zouden leggen, want dan missen ze de in wezen puur christelijke boodschap.
In mindere mate speelt mee dat ze uit de mond van sommige ouders, die het over onverbloemd christelijke jeugdboeken hadden, wel eens het woord "indoctrinatie" heeft horen vallen. "Soms stoort het me zelf ook wel dat het niet realistisch overkomt, zelfs bij de kerstboekjes voor de zondagsschool die ik zelf uitzoek."
Haar wens dat haar boeken in bredere kring dan alleen de christelijke gelezen worden, is in ieder geval bij "Heibel in m'n hoofd" uitgekomen. De Nederlandse Vereniging voor Autisme raadt het boek op haar site van harte aan en ook kinderen met ADHD (hyperactiviteit) krijgen het advies het boek te lezen. "Ik hoor ook wel dat kinderen die alleen vanwege de korte afstand op een pc-school zitten, het boek lezen, en, ja daar kijk ik stiekem wel naar, in de bieb is het ook vaak uitgeleend."
Modellen
Als alles volgens plan verloopt zijn in september volgend jaar binnen drie jaar zes boeken van Leguijt verschenen. Na "Heibel in m'n hoofd", "Driedubbel eigenwijs", "Speurwerk" en "Winnen!" komt in maart een boek over rages uit en een halfjaar later de 'eersteling' over pesten. Wie bang is dat Leguijt dan uitgeschreven is, kan gerustgesteld worden: de schrijfster heeft nog ideeën liggen. Bovendien probeert ze binnenkort het 'volwassenenmanuscript' er weer bij te pakken, want "ik hoop wel dat die roman ooit nog uitkomt."
Inspiratie voor haar boeken doet ze op alle mogelijke momenten op. Voor de boeken "Heibel in m'n hoofd" en "Winnen!" staan respectievelijk haar oudste zoon, die een autistische stoornis heeft, en een hoogbegaafde zoon van een vriendin model. Het idee voor "Speurwerk" waarin een slechthorend meisje een belangrijke rol vervult, kwam bij haar bovendrijven in een Hema-koffiecorner; het was er zo rumoerig dat ze bij zichzelf vaststelde dat je wel moest kunnen liplezen om iemand die wat verderop zat te kunnen verstaan. Een moeder deed haar min of meer het idee voor het komende boek over rages aan de hand, omdat zij zich stoorde aan de levendige ruilhandel in Pokémon-kaarten.
Realistisch
Realiteit heeft Leguijt hoog in het vaandel staan. Daarom laat ze bijvoorbeeld in "Winnen!" open of de hoogbegaafde Friso op school echt de begeleiding zal krijgen waarnaar hij verlangt. "Ik geloof niet dat het realistisch is dat zo'n ingewikkelde situatie ineens over is. Vroeger als kind had ik ook een beetje een hekel aan boeken waarin alles aan het einde goed kwam. Dan had ik dat dikke boek helemaal zitten lezen en dan werden alle problemen in een paar bladzijden opgelost!"
Ondanks haar realiteitszin zou Leguijt wel eens een luchtiger verhaal willen schrijven. "Bij het boek over rages, waar ik nu nog mee bezig ben, merk ik toch weer dat het ook realistisch wordt. Zo irreëel schrijven als Roald Dahl deed of zoals je in de boeken over Pietje Bell leest, dat lukt me niet."