Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Monica van den Berg

Het einde van een maskerade

"Ze houden maskers voor hun gezicht, maskers op stelen, en ík moet die maskers wegrukken. Ik moet ze uit hun handen slaan. Een vruchteloze opdracht, besef ik: hun handen zijn van glinsterend staal." In de roman "Aswoensdag", het debuut van Carlie Stijnen, fungeert de rooms-katholieke feestdag als symbool voor het pijnlijke levensverhaal van een jonge vrouw.

Aswoensdag, de dag na carnaval, als de maskers weer afgaan en de realiteit onder ogen wordt gezien. Deze rooms-katholieke feestdag staat symbool voor het aangrijpende verhaal van Emma, die na jaren van verzwijgen haar masker afzet en tot ontsteltenis van haar broer en zus een ander gezicht krijgt. Een verhaal dat begint als een onschuldig sprookje en eindigt in de bittere realiteit.
"Aswoensdag" leest als een boeiende documentaire van het leven in de jaren 1954-1964. De hoofdpersoon Emma werkt aan de geschiedenis van haar verleden. Wanneer zij, haar zus Sofie en broer Thomas bij elkaar komen op hun 'familiedagen' leest ze eruit voor. 

Door de ogen van de kleine Emma krijgt de lezer een kleurrijk beeld van het leven in het katholieke Zuid-Limburg. Vooral de eenvoudige beschrijving van de gewone dingen roept een wereld op die voorbij is; een tijd waarin de maatschappij nog duidelijk verdeeld was in standen en de kerk een belangrijke rol speelde. Ook een tijd waarin de rebellie tegen de burgerlijkheid begon en mensen van de ene op de andere dag het geloof vaarwel zegden. 

Frustraties
Met Carlie Stijnen is de literatuur opnieuw een schrijfster-die-zich-afzet-tegen rijker. Bij haar nauwkeurige registratie van het leven tot op de kleinste dingen horen helaas ook de vloeken die het rooms-katholieke taalgebruik eigen zijn. Regelmatig uiten de romanpersonages hun frustraties over de katholieke opvoeding, die een negatieve invloed op hun leven heeft gehad. In veel gevallen is die kritiek wat cliché en overtrokken. 

Als de auteur echter alleen een tijdsbeeld had geschetst, was dit boek nooit geworden wat het is: het pijnlijk diepe levensverhaal van Emma. Emma, die er als kind van droomt om heilige te worden. Gretig leest ze de verhalen over heiligen, zoals de martelares Dymphna, die door haar vader werd vermoord omdat ze niet met hem wilde trouwen. 

Onder bijna dezelfde naam speelt Dymfie, een meisje uit de buurt met een vreselijk geheim, een belangrijke rol. De knusse beschrijving van het familieleven maakt steeds plaats voor de problemen van dit incestslachtoffertje. De broer en zus van Emma kunnen dat niet uitstaan. 

Heiligenlevens
Als Emma haar groeiende verhaal voorleest, klaagt Sofie erover: "En als je het wilt weten, () die Dymfie van jou, die begint me ook behoorlijk op mijn zenuwen te werken. En wat lás jij toch allemaal voor onzin? Heiligenlevens nota bene. Heb ik me gelukkig nooit mee beziggehouden." Onbewust wijst Sofie hier in de richting van de waarheid die haar aan het einde van de roman zo laat schrikken.
"Geen van ons kan het verhaal van de ander vertellen" - dat is het centrale thema in deze roman. Wat is er wel gebeurd en wat niet? De tegenstelling tussen feit en fictie wordt doorbroken. "Alleen, van mijn feiten mag jij geen fictie maken." "Maar van de mijne wel," zei ze. "Van de mijne wel. Daar doe ik gewoonweg mee wat ik wil." Fictie is voor Emma een vluchtroute en manier om uitdrukking te geven aan de pijn van de werkelijkheid. 

Op een ingenieuze manier werkt de auteur in de roman met verschillende verhaalniveaus: de verhalen die Emma leest over heiligen, de gesprekken met haar broer en zus op de familiedagen, de symbolische dromen die ze vertelt aan een vriendin en het verhaal over Emma, verteld door Stijnen. Uiteindelijk komen alle lijnen samen in een hartverscheurend slot, waarin zelfs het proza stokt, een brok in de keel krijgt. Het zwijgen wordt doorbroken, maar de veelzijdigheid aan verhalen wordt dan een afweermechanisme van Sofie en Thomas: "Niemand kan in de plaats treden van de ander zijn verhaal." En daarmee blijft het slachtoffer alleen achter. 

Sprekende details
Stijnen is er in haar debuut uitstekend in geslaagd het zwijgen onder woorden te brengen. De stroom van overbodige details in het verhaal, de huiselijke discussies over je bord met spruitjes leegeten, kinderruzies, schoolrapporten enz., lijkt het thema van de roman, de kern, te verstikken. Maar juist dié omhaal van woorden toont wat Emma wanhopig probeert: een zwijgend spreken, waarin iedere banaliteit een vorm van uitstel is. 

Om niet te stikken in haar verleden, moet Emma eerst haar kindertijd opnieuw doorleven: "Je moet uit het drijfzand van het verleden zien te komen. Wat nu een permanent aanwezig heden blijft, moet eindelijk herinnering worden. En daartoe moet het worden meegedeeld." De weg tot genezing is eindeloos en het eindpunt wordt in de roman niet bereikt, maar de doorbraak is in dit debuut trefzeker verwoord. 

N.a.v. "Aswoensdag", door Carlie Stijnen; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 2000; ISBN 90 295 3745 0; 319 blz.