Onlangs is het vijfde deel van Vlamincks romancyclus uitgekomen, "Houten schoenen". Erik Vlaminck schrijft een kroniek over het leven van de twintigste-eeuwse Vlamingen. "De eeuw van mijn vader" in onderdelen dus.
Het zou interessant zijn om Vlamingen en Nederlanders eens met elkaar te vergelijken. Dat grensstreepje heeft toch wel een groot verschil teweeggebracht, alleen al vanwege het feit dat Vlamingen twee wereldoorlogen meegemaakt hebben. Het oorlogsverleden speelt een grote rol in hun geschiedenis, want ook in het tweede deel van de cyclus, "Wolven huilen", was dit het thema.
Erik Vlaminck staat in dit vijfde deel stil bij de wederwaardigheden van zijn vader en grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als jongetje "uit het luxeleven daarna" gaat hij op zoek naar strikt verzwegen familiegeschiedenis. Het laatste en zesde deel van de romancyclus wordt in 2002 verwacht; dan is de auteur bij zijn eigen biografie aangekomen.
Het motto van "Houten schoenen" is: "Een familie is zo ziek als haar geheim." Dat wijst al gelijk een bepaalde richting uit. In de familie Vlaminck is het thema oorlog taboe. Foto's uit die periode zijn uit de fotoalbums gehaald, elke verwijzing naar dat tijdperk wordt genegeerd en vragen van kinderen worden ontwijkend beantwoord.
Op de vraag waarom de hele straat wel een vlag uithangt om bevrijdingsdag te vieren en zij niet, antwoordt Eriks vader: "Wij hebben geen vlag." En dan volgt natuurlijk de tweede vraag: "Waarom hebben wij geen vlag?" Het antwoord luidt: "Wie geen vlag heeft, kan nooit de verkeerde vlag uithangen." En dan staat het verstand van het kind stil. Verdere uitleg blijft altijd uit.
Eriks nieuwsgierigheid wordt er des te meer door geprikkeld en hij gaat op zoek naar antwoorden op zijn vragen. Als zijn vader overleden is, stuit hij in diens bureaulade op een werkattest van een fabriek in Bremen dat de arbeidsperiode '42-'44 vermeldt. Op de begrafenis stelt zich een man aan hem voor die samen met zijn vader in "het kamp van Boen" gezeten heeft. En dan ontrolt de geschiedenis zich, die van de vrijwillige werker in Duitsland. Een leven dat toch ook echt niet over rozen ging. Naarmate het einde van de oorlog naderde, werd in Duitsland de afkeer van buitenlandse werkkrachten groter en Eriks vader komt in een kamp terecht. Op 30 april 1945 staan ook hier de Canadezen voor de deur, en als een magere man die een geur verspreidt die met niets te vergelijken is, begint hij de voettocht "op houten schoenen" naar het vaderland, dat geen vaderland meer is. Hij wordt er verafschuwd.
Scherp, in minimale bewoordingen en eerlijk beschrijft Erik de geschiedenis van zijn vader. Een geschiedenis met een nasleep, boeiend beschreven vanuit de positie van een antiheld. De zinnen van Vlaminck zijn haast altijd kort; de stijl is daardoor bijtend te noemen. Ik vind de stijl passen bij deze thematiek en gevoelsmatig ook bij het volk zelf, omdat je die eenvoud en sobere zinnen bij verscheidene Vlaamse schrijvers terugvindt. Wat me wel verschrikkelijk tegen de borst stuit, zijn de veelvuldig voorkomende vloeken. Jammer dat de schrijver zo'n blokkade opwerpt en daardoor de uiteindelijke waardering omlaaghaalt.
N.a.v. "Houten schoenen", door Erik Vlaminck; uitg. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2000; ISBN 902418695; 140 blz.