Wie legt de meetlat niets steeds net een paar centimeter hoger om zichzelf opnieuw te kunnen overtreffen? Carry Slee doet zo'n poging. Voor de vierde achtereenvolgende keer is haar jeugdboek "Kappen" door de Kinderjury als beste, meest gelezen boek uitgekozen. Carry Slee laat het er niet bij en springt nog een stukje verder, de volwassenenliteratuur in. Om wraak te nemen op het feit dat de literaire smaakmakers haar nog steeds links laten liggen of om de tragiek van een moeilijke jeugd te verwerken?
Carry Slee zou Carry Slee niet zijn als de roman "Moederkruid" niet zeer toegankelijk zou zijn. Korte hoofdstukken en korte zinnen maken de roman heel laagdrempelig. De lezer is al snel op de hoogte van de situatie. De roman is volgens de auteur zelf strikt autobiografisch, zodat ik voor de ikpersoon maar "Carry" invul.
Al heel jong valt Carry's moeder op omdat ze zich vaak mal gedraagt. Dankzij haar lange, blonde haar wordt Carry's vader toch verliefd op haar. Dat is het begin van een huwelijk vol problemen. De vader is kleermaker en een ondernemer van het soort dat elk bedrijf in de kortste tijd in een financiële ramp verandert. Zijn verleden heeft ook de nodige kleerscheuren opgeleverd, zodat zijn houding is geworden: "Ik lach, wie doet me wat, waarom zou ik je serieus nemen?" Hun kinderen, Carry en Els, worden het slachtoffer van deze slechte combinatie.
Neurotici zijn er genoeg, niet alleen in de literatuur, maar als je moet opgroeien in een gezin met zo'n neurotische moeder als in "Moederkruid" ben je echt beklagenswaardig. De boodschappen die de twee dochters meekrijgen, zijn om mensenschuw van te worden: "Maak geen contact met anderen, wantrouw iedereen, ze menen het toch niet goed met je", "Je wordt geflest waar je bij staat." De moeder eist altijd de volle aandacht: ze is iemand die alleen maar piepkleine slokjes kan drinken "omdat ze zo'n klein keelgat heeft", haar gezicht wast met babyzeep omdat ze zo'n tere huid heeft, 's morgens wakker gemaakt moet worden omdat ze niet slaapt, maar bewusteloos is, "waarbij je niet zomaar de slaapkamer in mag komen omdat ze ziek is en als ze wakker schrikt, iets in haar hoofd knapt." Ze zegt altijd maar dat iedereen vergeet dat ze patiënt is, ze wil niet voorgelezen worden omdat ze daar een punthoofd van krijgt en ze is bang van rondzwevend vuil en bacteriën.
Haar dochters groeien met deze regels op en passen zich aan. Bij elke aanklacht nemen ze de schuld op zich en ze wringen zich in allerlei bochten om de lasten van hun moeder te verlichten. Voor Carry is de enige rots in de branding de juffrouw van haar klas, totdat die op een dag aan een hersentumor sterft. Ook het geloof waarover ze op de zondagsschool hoort, biedt maar tijdelijk uitkomst. Het bloedt na verloop van tijd dood.
Het thema van Slees roman is de tragiek van het opgroeien in onveiligheid. Dat thema is heel duidelijk en inleefbaar neergezet. Het aantal motieven dat het thema moet ondersteunen, is groot. Ik noem bijvoorbeeld het motief van het ontkennen van de seksuele identiteit. De vader behandelt Carry in de roman consequent als zoon. De relatie vader-Els wekt op zijn minst het idee van incest. De zelfmoordpoging van de moeder, het overspel van de vader en zijn steeds herhaalde voornemen om te gaan scheiden veroorzaken eveneens nogal wat ballast voor de kinderen.
Al deze motieven moeten de onveiligheid van het ouderlijk huis benadrukken. Toch veroorzaakt de hoeveelheid een bepaalde oppervlakkigheid in de roman. Heel veel zwaarbeladen motieven worden nauwelijks of niet uitgewerkt. Slee had beter voor de diepte van het thema kunnen kiezen. Dan was het nog meer uit de verf gekomen. Wat mij betreft had de boodschap in ieder geval harder aan mogen komen.
Nog één opmerking: Carry Slee geeft in een interview haar wens aan niet te willen vloeken omdat ze "dan iets moois in zichzelf kapot maakt." Dat is een prachtige wens en om die in vervulling te laten gaan is het goed om bij een eventuele herdruk die ene vloek uit "Moederkruid" dan ook maar weg te halen.
N.a.v. "Moederkruid", door Carry Slee; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2001; ISBN 90 446 0008 7; 202 blz.;