De Duitse schrijver Bernhard Schlink (geb. 1944) werd in 1995 wereldberoemd met zijn roman "Der Vorleser". Deze roman werd in 22 talen vertaald, waaronder het Nederlands. Het gaat in "De voorlezer" om een intieme liefdesgeschiedenis tussen een schooljongen en een vrouw die een nazi-kampbewaakster blijkt te zijn geweest.
Het onderwerp is prikkelend genoeg. Maar ik moet tot mijn spijt constateren dat de roman er door de tijd heen voor mij niet sterker op geworden is. Het is niet zozeer het verraad van de jongen Michael dat mij na herlezing een lichte afkeer inboezemt. Kritiek op het gedrag van een romanpersonage vind ik weliswaar een op zich legitieme ethische gedachte. Maar in dit geval is het eerder een gevoel van onbehagen door de manier waarop de delen van de roman zijn samengevoegd, tot en met de late inkeer van de vrouw Hanna en haar zelfmoord in de gevangenis. Er hangt een zweem van kitsch, van onechtheid over deze roman.
Ondanks het slijtageproces waaraan "De voorlezer" onderhevig is, springen er nog altijd zinnen uit die ik als waardevol beschouw. Een van die zinnen staat aan het slot: "De lagen van ons leven liggen zo dicht op elkaar dat we in het latere altijd het vroegere tegenkomen, niet als iets wat afgedaan en afgehandeld is, maar actueel en levend." Deze waarheid heeft de verteller Bernhard Schlink zevenvoudig verbeeld en indrukwekkend gevarieerd in zijn bundel verhalen "De liefdesval".
Dubbele betekenis
In het Duits heet deze verhalenbundel "Liebesfluchten". In deze titel zit een mooie dubbele betekenis. "Flucht" betekent: vlucht, ontsnapping, maar het kan ook inhouden: aaneengesloten rij of reeks. Samengevoegd kunnen de betekenissen van de Duitse titel verwijzen naar het verband tussen de poging om te ontsnappen en het geketend zijn aan een reeks gebeurtenissen, waarbij het centrale motief de liefde is.
In het eerste verhaal, "Het meisje met de hagedis", speelt een geheimzinni g schilderij de hoofdrol: "Op het schilderij stond een meisje met een hagedis. Ze keken elkaar aan en keken elkaar niet aan, het meisje de hagedis met een dromerige blik, de hagedis het meisje met een uitdrukkingsloos, glanzend oog." De moeder van de jongen die het schilderij als een kostbaar erfstuk met zich door de wereld draagt, noemt het meisje "Jodenmeisje".
Dit schilderij is niet alleen de sleutel tot het verleden van zijn ouders en tot de vervreemding en onmin tussen hen beiden, het vormt ook het middelpunt van zijn eigen gevoelsleven en is de oorzaak van zijn onvermogen om zijn hart voor zijn vriendin volledig open te stellen. Het schilderij stulpt een doem over het leven van deze student.
Van de andere verhalen vind ik "Suikererwten", "De besnijdenis" en "De vrouw van het benzinestation" het indrukwekkendst. "Suikererwten" heeft de duidelijkste vorm van een "Flucht", van een poging tot ontsnappen van een man uit drie gelijktijdig op gang gehouden relaties, een ontsnapping die tot een bundeling van krachten door de meervoudig bedrogen drie vrouwen leidt en letterlijk met het ketenen van de man eindigt.
Spanningsveld
In "De besnijdenis" bevindt zich de liefde van de Duitse jongen Andi en zijn Amerikaans-Joodse geliefde Sarah in het spanningsveld van de geschiedenis van de slachtoffers -Sarahs familieleden- en de daders, dat wil zeggen de vader en de ooms van Andi. Kan de liefde tussen Sarah en Andi deze spanning verduren? Is het mogelijk om beide werelden te verenigen?
Andi en Sarah begaan de onherstelbare vergissing om het bed als remedie tegen iedere kiem van onenigheid te beschouwen. Daardoor spreken zij dingen niet uit die voor het fundament van een duurzame liefde onmisbaar zijn. Daarom heeft de vrijwillige besnijdenis die Andi als ultiem gebaar van aanpassing ondergaat, niet het beoogde effect. Het heeft er veel van weg dat Andi door het offer van de besnijdenis liefde voor en overgave aan Sarah wil afdwingen. Het slot van het verhaal laat geen positieve verwachtingen voor de toekomst opkomen.
In "De vrouw van het benzinestation" en in alle andere verhalen laat de verteller zien hoe ingewikkeld het menselijk hart in elkaar zit. Of, om het anders te formuleren: hoe wispelturig en gelaagd de menselijke gevoelens zijn. In het genoemde verhaal verschraalt de liefde van een echtpaar bijna ongemerkt tot een vrijwel inhoudsloos ritueel. De dromen nemen vervolgens de plaats in van het bereikbare leven. Geen leven ontsnapt volgens deze verhalen blijkbaar aan momenten van verleiding, al zou het slechts in de droom zijn dat de verborgen wensen aan de oppervlakte treden.
Het individuele leven is bovendien verbonden met de levens van degenen uit wie dat individu is voortgekomen en het geeft zelf de gemaakte keuzes en gekoesterde verlangens door aan de volgende generatie.
Virtuoos
Bernhard Schlink is geen auteur die het om de sensatie of het buitenissige op het gebied van de liefde van mens tot mens gaat. Zelden maakt hij zijn lezers tot voyeur. Hij exploreert het menselijk hart met geduld en met betrokkenheid. Soms is hij misschien een beetje te virtuoos in het bedenken en ordenen van iets nieuws of in het herschikken van datgene wat we al uit de literatuur kenden. Dan zie je achter het bouwwerk nog de steigers. Jammer dat er niet één geslaagde liefdesverhouding in zijn verhalen voorkomt. Of is geluk in de liefde geen onderwerp voor serieuze literatuur? Het zou een boeiende opdracht van een verhalenwedstrijd kunnen zijn.
N.a.v. "De liefdesval. Verhalen", door Bernhard Schlink; uit het Duits vertaald door Gerda Meijerink; uitg. Ambo, Amsterdam, 2000; ISBN 90 263 4656 9; 288 blz., 42,50.