Eind vorig jaar werd Suzanne Cleminshaw's roman "De grote ideeën" genomineerd voor de Whitbread Prijs voor de beste debuutroman van 1999. De auteur kreeg in Engeland lovende kritieken. The Independent: "Haar taal is een genot om te lezen, en de bladzijden bruisen van energie, uitweidingen en aforismen. Cleminshaw laat haar karakters ophouden met denken en beginnen met doen, en ze weet hilarische, schitterend geschreven en briljant uitgevoerde scènes neer te zetten." Haar roman verscheen onlangs in het Nederlands.
"De grote ideeën" zijn voor de Sunday Times "excentriek, erudiet en buitengewoon meeslepend." Andere toonaangevende Engelse tijdschriften omschrijven de stijl van Suzanne Cleminshaw als "fraai en even helder als die van Jeanette Winterson."
Hoofdpersoon van het boek is Haddie Ashton. Vlak voor haar geboorte wordt het dode lichaam van haar zusje gevonden op het zogenaamde flagstonepad, vlak onder de ramen van de tweede verdieping van het huis van de familie Monroe, en niemand weet precies hoe ze is gevallen. Deze tragische gebeurtenis heeft gevolgen voor alle personages in dit vreemde verhaal.
Haddies pogingen om een verklaring te vinden voor de geheimzinnige dood van haar zusje nemen de vorm aan van een speurtocht naar kennis. Het verslag hiervan wordt doorspekt met tal van verhalen, feiten en weetjes. Het boek combineert een komisch detectiveverhaal met een overzicht van de filosofie. Het is uitgerekend deze combinatie die het boek echter wat moeilijk leesbaar maakt. De uitweidingen over alle mogelijke filosofische gedachten mogen knap gevonden zijn, ze zorgen er toch voor dat het boek hier en daar langdradig wordt.
Cleminshaws roman speelt zich af dicht bij de Blue Hole, een meer aan de rand van Avon Heights in Ohio, Amerika. In een krantenartikel wordt verhaald hoe daar een gedeeltelijk gekleed geraamte is aangetroffen in een spelonk, vijftig meter onder het oppervlak van een meer. Voorlopige sectie wijst uit dat het gaat om het lichaam van iemand die minstens 25 jaar geleden is verdronken. De Blue Hole was al lang geleden gesloten voor het publiek, vanwege het gevaar voor zwemmers; krachtige ondergrondse bronnen, die verraderlijke stromingen veroorzaken, voeden het meer. Wat de grootste diepte van het water is, heeft men nooit kunnen peilen; het staat plaatselijk bekend als het Bodemloze Meer.
Doordat Suzanne Cleminshaw dit bericht uit de Avon Heights Tribunal in haar boek verwerkt, ontstaat een authentieke sfeer, waarin de auteur haar hoofdpersonen langzaam maar zeker vormgeeft. Het meisje Haddie schetst ze als iemand die vaak dagdroomt en filosofeert over alle mogelijke onderwerpen. Haddie kan dat ongestoord doen, omdat haar ouders geregeld op reis zijn.
New Age-sfeer
Het hele verhaal speelt zich af in een New Age-achtige setting. Alle voorwerpen die Haddie aanraakt, lijken wel bezield en krijgen een magische uitstraling. Ze komt in contact met bomen, voelt zich één met de natuur, laat haar fantasie de vrije loop en heeft een merkwaardige relatie met haar buurman, een vrijgezel.
Omdat we voortdurend worden getrakteerd op onderwerpen uit de westerse filosofie en daarna weer terugvallen in de droomwereld van Haddie, krijgt het verhaal iets dromerigs en wordt het wat slaapverwekkend. Het valt niet mee om alle grote ideeën op een boeiende wijze de revue te laten passeren.
N.a.v. "De grote ideeën", door Suzanne Cleminshaw, vert. Peter Bergsma; uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 1999; ISBN 90 290 6512 5; 318 blz.