Rasverteller K. Norel laat in het tweede heruitgegeven deel van de trilogie over Aart Wessels de Verenigde Oost-Indische Compagnie weer tot leven komen. Het verhaal "Stuurman Aart" is niet meer van deze tijd, maar boeit nog steeds.
Met de krasse zin "Een zeeman aan wal is een vis op het droge", opent schipper Barent Eriksz het boek "Stuurman Aart", dat volgt op "Scheepsmaat Woeltje".
In dit deel vaart Aart Wessels als tweede, maar na de dood van zijn collega als eerste stuurman op de Oost-Indiëvaarder de "Maagd van Enkhuizen". Hij beleeft daarbij alle denkbare avonturen die op zee mogelijk zijn. Hevige stormen teisteren het schip, kapers vallen het aan en men werpt een niet gering aantal doden overboord. Aart speelt de heldhaftige hoofdrol onder leiding van Barent Eriksz.
Ondertussen vraagt hij zich de helft van het boek af waarom hij zo vaak aan het blonde Klaartje moet denken. Op de laatste bladzijden trouwt hij met haar.
Een heruitgave brengt een risico met zich mee dat in deze trilogie behoorlijk opspeelt. Het taalgebruik is van de doelgroep waarvoor dit boek ooit bedoeld was, sterk vervreemd. Zelfs jongeren die betrokken zijn bij de scheepsvaart zullen bij zinnen als: "Op alle schepen klonken de gangspilliedjes bij het winden van de ankers, en stonden de maats op de paarden van de raas om de zeilen bij te zetten" de wenkbrauwen optrekken. Er worden boretten gehesen, men vaart met gehuikte schoverzeilen. Het register met zeevaarttermen achter in het boek is bepaald geen overbodige luxe.
Drempels
De manier waarop Norel Aarts gevoelens voor Klaartje beschrijft, is zacht gezegd ook niet meer van deze tijd. Weet je als lezer deze drempels te passeren, dan word je gegrepen door het verhaal, want vertellen kon Norel. De schrijver moet er na een kabbelende en vrij technische start even inkomen, maar dan vaar je als lezer ook vlot mee op de Maagd. Van een sterke plot is geen sprake.
Buitengewoon boeiend is wel het tot leven gebrachte stuk geschiedenis over de Verenigde Oost-Indische Compagnie, ook al mis je daarbij onwillekeurig kritische kanttekeningen over onze handel met de Oost.
Het geloof in God is een terugkerend thema. Hier en daar krijg je in "Stuurman Aart" het gevoel dat het geloof een al te vanzelfsprekende zaak is. Wat niet wil zeggen dat dit boek niet heruitgegeven moest worden. Dirk van der Maat heeft dit deel eveneens in een frisse jas gehesen. Ongetwijfeld volgt binnenkort het laatste deel: "Schipper Wessels".
N.a.v. "Stuurman Aart", door K. Norel; uitg. Callenbach, Kampen, 2000; ISBN 90 266 1054 8; 212 blz.; 26,50.