Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Het pak van Sjaalman in spijkerschrift

Kader Abdolah schrijft boeken op de grens van Perzië en Nederland. Vanuit de bergen van Iran kwam hij terecht in de Hollandse polder. De provincie Overijssel vroeg hem een geschenkboekje te schrijven, dat tijdens de Boekenweek op scholen en onder organisaties van allochtone groepen wordt uitgedeeld. Maar wie grondig wil kennismaken met het werk van Abdolah, kan beter terecht in zijn mooie roman "Spijkerschrift". 

Kader Abdolah (1954) is misschien wel de belangrijkste schrijver van niet-Nederlandse herkomst in de Nederlandse literatuur. Eigenlijk heet hij Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani, zijn schrijversnaam is een hommage aan een in het Iraanse verzet omgekomen vriend. Dertien jaar geleden kwam hij als politieke vluchteling naar Nederland - in die tijd was hij de eerste en enige asielzoeker in de Zwolse woonwijk waar hij terechtkwam. 

Al in zijn geboorteland had Abdolah zich tot schrijver ontwikkeld, hij had geen andere keus dan omschakelen naar de taal van het land waar hij nu woonde. Hij leerde Nederlands via "Jip en Janneke" en het woordenboek in zijn computer, voor een taalcursus schreef hij zijn eerste verhaal: "Trekvogels". Inmiddels heeft hij twee romans, twee verhalenbundels en twee boeken met verzamelde columns op zijn naam staan. De provincie Overijssel voegt er met "De koffer" een klein boekje aan toe, met een beschrijving van zijn leven, een korte analyse van zijn werk en een nieuw verhaal waarin doden, voortekenen en dromen de erfenis van een koffer vol familiegeschiedenis aankondigen. 

Doofstom
Mooier dan "De koffer" is Abdolah's jongste roman "Spijkerschrift". De auteur schrijft over de rivier en de polder, het dichterscafé en de supermarkt, de duinen en de zee, een kerstboom en prins Claus. Maar ook over thee en tapijten, de moskee en de bergen, de grot en het spijkerschrift waaraan de roman zijn titel ontleent. 

De vader van Ismaiel, de hoofdpersoon, is doofstom. Hij is een dichter, maar kan niet lezen of schrijven. Om hem te helpen wijst een oom hem op het oeroude spijkerschrift in de grot bij het dorp: niemand weet precies wat er staat, en toch vertelt het een verhaal. Zo leert ook Ismaiels vader zich uitdrukken: hij ontwikkelt een eigen spijkerschrift dat niemand kan lezen, maar dat het verhaal van zijn leven vertelt. Veel later, als Ismaiel al lang in Nederland woont, krijgt hij een pakje met de notities van zijn vader - de koffer uit zijn latere verhaal. Het wordt zijn taak die notities leesbaar te maken, het verhaal van zijn vader aan de wereld te vertellen. 

Ismaiel vergelijkt het zelf met het pak van Sjaalman, dat aan de basis van Multatuli's "Max Havelaar" ligt. Dat zegt meteen iets over de prestatie die Abdolah de afgelopen jaren leverde. Hij maakte zich niet alleen de Nederlandse taal, maar ook de hoofdmomenten uit de Nederlandse literatuur eigen. Talrijk zijn de citaten in zijn roman uit het werk van Nederlandse dichters: Van Eyck, Bloem, Slauerhoff, Kopland - en de onbekende die het begin van de Nederlandse literatuur met één zinnetje markeert: "Alle vogels zijn hun nesten begonnen, behalve ik en jij". 

Religie
"Spijkerschrift" is een verrassing. Geen grof taalgebruik, geen platte scènes, maar subtiel beschreven gebeurtenissen en gevoelens. Abdolah is een geschiedschrijver: hij wil zijn verleden vastleggen. Hij neemt het leven ernstig, heeft iets te zeggen - al gebeurt dat soms een beetje expliciet. De lezer krijgt een uitvoerig beeld van de politieke ontwikkelingen in het geboorteland van de schrijver, proeft iets van de Perzische literatuur, blikt terug in de geschiedenis van Iran. Maar bovenal is "Spijkerschrift" toch het verhaal van een gezin in een van de meest orthodox-islamitische dorpen van Iran. 

De auteur beschrijft met liefde de wereld van zijn verleden, vlecht er de wereld van zijn heden doorheen. Zijn boek, geschreven op de grens van Perzië en Nederland, wil in twee tradities staan. Die tradities zijn overigens meer literair, historisch en politiek gekleurd dan religieus. Islam en christendom leveren hooguit folkloristische elementen, als basis voor zijn wereldbeschouwing heeft de religie voor Abdolah afgedaan. Net als voor Ismaiel, die in de loop van de roman afscheid neemt van het geloof van zijn vader: 

"Ik vroeg: waarom bid jij? Waarom buig je? Waarom zet je je voorhoofd tegen de grond?" 
"De hemel", gebaarde hij naar de lucht. "Ik doe het voor de hemel."
"De hemel? Wie is er in de hemel?"
"De heilige", gebaarde hij." 

In de discussie die volgt, houdt de vader vol dat de koran uit de hemel komt, hij heeft het zelf van zijn oom gehoord. Maar volgens de zoon is het heelal op een veel wetenschappelijker manier ontstaan, hij heeft het zelf in de boeken gelezen. Niet alleen moslims, ook christenen kunnen zich het generatieconflict voorstellen. 

Autobiografisch
In de loop van het verhaal raakt Ismaiel betrokken bij een ondergrondse communistische partij, die aanvankelijk tegen het regime van de sjah vecht, later ook tegen de geestelijke leiders onder Khomeini. Dat lijkt erg op het verhaal van Abdolah zelf. De roman zit vol autobiografische elementen: ook de vader van Abdolah was doofstom, ook zijn zuster werd gevangengezet door de religieuze leiders in Iran, ook hijzelf vluchtte over de grens naar de Sovjet-Unie en kwam uiteindelijk in Nederland terecht. 

In "De Koffer" schrijft Janet Luis: "Niemand behalve Abdolah zelf weet hoe waarheidsgetrouw de getuigenis van Ismaiel is en hoeveel fictie hij zich permitteerde bij het vastleggen van de familiegeschiedenis en de rol van zijn alter ego daarin. Maar in elk geval gold ook voor Abdolah toen hij uit zijn vaderland wegvluchtte dat hij alles achterliet: zijn familie, zijn geboortegrond, de bergen, zijn partij, zijn status en zijn taal. Met lege handen kwam hij aan in het land zonder bergen maar met veel water, koeien en onverschillige Hollanders, kauwend op woorden die hij zich stuk voor stuk eigen moest zien te maken." 

N.a.v. "Spijkerschrift", door Kader Abdolah; uitg. De Geus, Breda, 2000; ISBN 90 5226 779 0; 382 blz.; 49,90.
"De koffer", door Kader Abdolah m.m.v. Janet Luis, Reinjan Mulder en Marjan Gilsing; uitg. De Geus, Breda, 2001; ISBN 90 445 0080 5; 64 blz.; beschikbaar voor scholen en organisaties in Overijssel.