Het manuscript lag al bij de uitgever, toen Meint R. van den Berg werd aangezocht als schrijver van het CLK-actieboek 2001. "Zwart water en andere verhalen" is het christelijk alternatief voor het seculiere boekenweekgeschenk én voor "De wederkomst" van Louis Krüger. Toch zijn de fantastische vertellingen van de emeritus-predikant uit Assen vaak even somber en uitzichtloos. "Zo zit het leven in elkaar. Het heeft geen zin de kop in het zand te steken."
Meint van den Berg blijft nuchter onder zijn onverwachte verkiezing tot CLK-actieboekschrijver. Eind vorig jaar moest het Christelijk Lektuurkontakt (CLK) inderhaast op zoek naar een nieuwe auteur, omdat het boekje van de door het Christelijk Literair Overleg (CLO) genomineerde schrijver Louis Krüger niet aan de verwachtingen voldeed.
De verhalenbundel van Van den Berg bracht op het nippertje uitkomst. "Je stuurt zestien verhalen naar de uitgever en dan komt de vraag of je er een aantal wilt selecteren voor het actieboekje. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. De bundel verschijnt nu in een oplage waar je als schrijver anders alleen van kunt dromen."
Doordat Van den Berg onbewust en ongevraagd een manuscript voor het actieboek had ingeleverd, bleek de omvang ervan te groot. Van de zestien verhalen moest de helft vervallen. "De bundel kreeg daardoor wel meer eenheid. Maar gelet op de dikte van het officiële boekenweekgeschenk -"Woede" van de Iraanse schrijver Salman Rushdie telt 256 bladzijden, tegen 96 bij een gewone uitgave- had een wat steviger CLK-actieboek best gekund", knipoogt Van den Berg. Serieus: "De financiële kant speelt natuurlijk ook mee."
Grensgebied
Een ander gevolg van de wat ongewone gang van zaken is dat de verhalenbundel van Van den Berg niet direct aansluit bij het thema van de Boekenweek: "Het land van herkomst. Schrijven tussen twee culturen." Toch houdt "Zwart water en andere verhalen" in de verte wel verband met het thema, vindt de schrijver zelf. "Mijn verhalen spelen zich af in het grijze gebied tussen het hier-en-nu en het hiernamaals. In die zin komen er twee 'culturen' voor in mijn werk. De geheimzinnige grens tussen leven en dood heeft mij altijd sterk geboeid."
De hoofdpersonen in de bundel van Van den Berg maken zonder uitzondering vreemde, bizarre dingen mee. Daardoor krijgen de verhalen een surrealistische sfeer; de gebeurtenissen zijn onwerkelijk, ongrijpbaar, extreem.
In "Zwart water" ontdekt de ikfiguur tijdens een donkere nacht een vrouw die op het punt staat zelfmoord te plegen. Hij staat op een stenen brug, zij bevindt zich aan de oever van het water. Op een wonderlijke manier komt de ik vast te zitten in een benarde situatie. "Plotseling raakte ik ervan doordrongen, dat de vrouw en ik op een mysterieuze wijze met elkaar verbonden waren als het mannetje en vrouwtje van een weerhuisje. Elke beweging van mij zou onvermijdelijk resulteren in een beweging -een sprong- van haar. Zo lang ik roerloos bleef staan, zou ook zij zich niet bewegen, sterker nog: zich niet kúnnen bewegen. Alles hing van mij af."
Zwarte toekomst
Het verhaal loopt niet goed af; voor beide hoofdpersonen is de toekomst zwart als het water van de rivier. Toch zit er wel degelijk een boodschap in verpakt. "Zwart water" is een appellerende preek. De vrouw staat symbool voor de mens die zonder God in de wereld leeft en geen hoop heeft. Christenen dragen een grote verantwoordelijkheid als het gaat om het heil van deze naaste, zo kan de strekking van het verhaal worden geïnterpreteerd.
De bundel staat niet bol van de christelijke hoop. "Vervreemding en machteloosheid zijn de thema's die als een rode draad door de verhalen lopen", schrijft de uitgever op de achterflap van het boek. "Er hoeft maar weinig te gebeuren of de zekerheden van het dagelijkse bestaan vallen in duigen. Dan wordt de vertrouwde wereld opeens een onbekende en vijandige werkelijkheid en neemt het leven een onverwachte wending." De auteur beaamt dat.
Hoe christelijk is het actieboek dan eigenlijk? Van den Berg: "Ik schrijf vooral voor mezelf, uit een soort behoefte. Het thema wordt bepaald door de eerste zin die ik aan het papier toevertrouw. Die komt meestal uit de lucht vallen; daarna volgt de rest. Vooraf weet ik niet hoe het verhaal zich ontwikkelt. Ik zet een paar steken op en begin met breien; precies zoals ik vroeger m'n preken maakte."
Levensbehoefte
Dat de verhalen van Van den Berg zo doortrokken zijn van somberheid en vervreemding, heeft te maken met zijn kijk op de werkelijkheid. "Zo zit het leven in elkaar. Het heeft geen zin de kop in het zand te steken. Ik ben voortdurend bezig met zaken die betrekking hebben op de dood en het leven en op alles wat daar tussenin zit. Ik schrijf de verhalen niet in de eerste plaats om een boodschap door te geven. Het is een levensbehoefte. Af en toe krijg ik aandrang en dan komt er wat. Wordt het uitgegeven, dan is dat mooi meegenomen. Als God er iets mee wil doen, dan doet Hij dat wel. Mogelijk put iemand er troost uit, herkent hij of zij bepaalde gevoelens. Ik geef geen afgeronde verhalen, de lezer kan er zelf mee aan de slag."
De verhalen zullen in christelijke kring waarschijnlijk met gemengde gevoelens worden gelezen. Van den Berg beseft dat, maar reageert laconiek. "Het eerst boek moet nog geschreven worden waarbij iedereen hetzelfde voelt en denkt. Dat maakt schrijven juist zo boeiend. In mijn verhalen bied ik inderdaad niet altijd perspectief. Ze weerspiegelen de realiteit van elke dag zoals ik die ervaar en om me heen zie."
Geladenheid
In dat licht bezien blijft het merkwaardig dat het CLK het boek van Louis Krüger afwees. Woordvoerder D. L. Aangeenbrug verklaarde eerder in deze krant dat de geladenheid van de thematiek zoals Krüger die tot uitdrukking bracht, niet beantwoordt aan de doelstelling van een actieboek. "Het is somber, triest, het geeft iets weer van de gebrokenheid van het menselijk bestaan, zonder dat er expliciet over verlossing gesproken wordt."
Precies hetzelfde kan gezegd worden van sommige verhalen van Meint van den Berg. In "Dijkdoorbraak" bijvoorbeeld gloort geen sprankje licht. De ikfiguur belandt in een inrichting. "Als ik door de gangen loop om de gruwelijk langzaam verstrijkende tijd te doden, kom ik niemand tegen, terwijl de zalen en kamertjes zonder uitzondering leeg zijn, zodat ik me erg eenzaam voel, voor de rest van mijn leven veroordeeld tot een onherbergzaam bestaan, waarin ik me nooit thuis zal voelen en, als een plant zonder aarde, alleen maar kan verwelken."
In "Ontheemd" komt de schrijver tot de ontstellende ontdekking dat hij niet meer bestaat voor de maatschappij. Zijn bankrekening is opgeheven, zijn brievenbus blijft leeg. Wat zit daar achter? "Hoe ik mijn hersens ook pijnig, ik kan geen redelijk antwoord op deze vraag bedenken. In mijn leven ontdek ik geen aanknopingspunt voor wat me nu overkomt, nog niet de geringste aanwijzing die ermee in verband gebracht zou kunnen worden. Het lijkt me zonder enige aanleiding, zomaar pardoes, te hebben overvallen. De zin ervan is me evenmin duidelijk, maar ik kan niet accepteren, dat het nergens mee in verband staat. Het moet ergens op slaan."
Treinreis
In andere verhalen komt wél een wending ten goede. In "De treinreis" bijvoorbeeld keert de ikfiguur tóch terug van een onverbiddelijk enkele reis met onbekende bestemming. Van den Berg beschrijft hier -à la Johan Daisne- een bijna-doodervaring. "De miniatuur" en "Regeneratie" bevatten de sterkste verwijzingen naar het christelijke geloof.
Vooral het eerstgenoemde verhaal zit vol verborgen symboliek. Filius ("jonge man van ruim dertig jaar met volle, rossige baard") is eigenaar van antiekzaak "De Mispel". Hij restaureert graag waardevolle dingen. "Elk stuk handwerk is uniek, heeft een eigen, onverwisselbare identiteit. Wat uniek is mag je niet weggooien, mag niet verloren gaan. Het moet behouden blijven, met zorg behandeld en gekoesterd worden. Daarom restaureer ik wat geschonden is. Ik herstel het in zijn oorspronkelijke staat. En ik verzeker u dat herscheppen evenveel voldoening geeft als scheppen, misschien zelfs meer." Het is niet moeilijk te raden dat de schrijver hier verwijst naar het werk van Christus in het redden van zondaren.
Symboliek en realiteit
Tegelijk wringt er juist in deze twee hoofdstukken iets. Van den Berg laat op cruciale momenten de symboliek raken aan de -geestelijke- realiteit. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de zojuist genoemde zinsnede over het "herscheppen" en "scheppen". "Regeneratie" eindigt met de zin: "Met volstrekte zekerheid wist hij dat hij nooit weer dorst zou krijgen en dat achter een van de deuren, in een van de vele woningen -want dat waren het; daarvan was hij nu overtuigd- de groene eeuwigheid op hem wachtte." Door deze toelichtende manier van schrijven verdwijnt een stuk spanning uit het verhaal. De lezer kan het verband ook zelf wel leggen.
Het is de kracht van de overige bijdragen dat ze uitdagen tot meedenken. In een stijl die voluit recht doet aan de bizarre werkelijkheid die Van den Berg beschrijft.
Mede n.a.v. "Zwart water en andere verhalen", door Meint R. van den Berg; uitg. Groen, Heerenveen, 2001; ISBN 90 5829 2185; 84 blz.; 3,95 (na 21 april 14,95).