Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Geertje Bikker-Otten

Als je man een moordenaar is

Volkomen onverwacht worden de gezinsleden van Zusje op een nacht van bed gelicht en vastgezet. Intensieve verhoren volgen. Ze worden verdacht van een gruwelijke moord. Maar de vader heeft het in zijn eentje gedaan. De rest weet nergens van. In een autobiografische roman beschrijft de echtgenote van de moordenaar hoe zij en haar kinderen volkomen ontregeld raken door de wetenschap dat hun man en vader een misdadiger is. 

Sommige misdaden zijn zo schokkend dat ze in het geheugen gegrift blijven. De ontvoering van en de moord op Gerrit Jan Heijn, eind 1987, is daarvan een voorbeeld. De moordenaar, de berooide zakenman Ferdi E., haalt nog altijd met een zekere regelmaat het nieuws. De roman gaat over zijn vrouw, over zijn kinderen. 

De link met de moord op Heijn wordt nergens expliciet gelegd. De schrijfster koos voor pseudoniemen -Heijn werd Coens, Ferdi E. heet Dickie, zijn echtgenote kreeg de naam Zusje- maar doet verder weinig moeite om wat dan ook te verheimelijken. 

Omstandigheden, plaatsen en tijden: het komt allemaal met de werkelijkheid overeen. Els Hupkes beschrijft bijvoorbeeld hoe het gezin in december 1987 een toen door zeer velen bekeken persconferentie op televisie volgde. Ook Ferdi E. was toen in de kamer, ogenschijnlijk op zijn gemak. 

Afschuw
De schrijfster begint haar boek op het moment dat het hele gezin op een nacht van bed wordt gelicht. Voor haar en de kinderen komt dat als een volslagen verrassing. Ondanks bepaalde aanwijzingen hadden ze hun man en vader nooit aangezien voor de al maanden gezochte moordenaar van Heijn. Het hele gezin wordt verdacht. Pas als Ferdi E. bekend heeft, mogen ze naar huis. 

Voor Zusje en haar drie kinderen breekt dan een onwerkelijke en zware tijd aan. Want als je man, als je vader koelbloedig iemand heeft vermoord, komt alles opeens in een ander perspectief te staan. Ieder voor zich doen de gezinsleden manhaftig pogingen om met de nieuwe situatie in het reine te komen. Gevoelens van trouw en van afschuw strijden om de voorrang. 

Het hele gezin dreigt te ontsporen. Het sterkst geldt dat voor de zoon, die onder invloed van verdovende middelen volkomen doordraait. "In zekere zin was het voor mij wel te doen. Mijn trouw aan Dickie was vrije keuze. Voor de kinderen lag het anders - aan een bloedband valt niets te veranderen", schrijft Els Hupkes. 

Medeplichtig
De vraag die Zusje zichzelf stelt is waarom ze niet heeft opgemerkt wat er onder haar ogen gebeurde. Er waren wel aanwijzingen. Achteraf vraagt ze zich af hoe ze die heeft kunnen negeren. En omdat iedereen dat lijkt te vinden, gaat ze zich zelfs medeplichtig voelen.
Ze vraagt zich ook af of het negeren van signalen niet een soort overlevingsmechanisme is. Ze trekt de vergelijking met de echtgenote die als enige niet ziet of niet wil zien dat haar man haar bedriegt. Het is een punt waar ze haar hoofd over blijft breken. "Wat had Zusje moeten beginnen als Dickie haar in vertrouwen had genomen? Had ze Dickie aangegeven? Waarschijnlijk niet", schrijft ze. 

Het is een onontwarbare kluwen in haar hoofd. Ze walgt van wat haar man heeft gedaan. Maar bij de psychiater waar ze jaren na de moord terechtkomt, laat ze zich op een gegeven moment ontvallen dat ze ook trots op hem is. Omdat hij iets gedaan heeft, omdat hij niet langer het willoze slachtoffer bleef van zijn depressies en zijn woede. "Hij heeft een bres geslagen. (...) Op het moment dat hij dreigde te stikken, heeft hij de kei door het venster gegooid." 

Trouw
Wie op zoek gaat naar de beweegredenen van Ferdi E. komt bedrogen uit. Er zijn wel allerlei aanwijzingen -"hintjes", noemde Els Hupkes dat in een interview- maar een sluitend verhaal wordt het niet. De moordenaar is niet de hoofdpersoon van het boek. Hij komt maar zijdelings aan bod. Hij zit vast. 

Het boek gaat over hen die verder moeten: vrouw en kinderen. Eigenlijk zijn zij ook slachtoffers van de moordenaar, maar dan wel uit een categorie die maar liever genegeerd moet worden. Zoals blijkt bij het overlijden van de vader van Zusje, als de familieleden vinden dat de naam van Dickie niet op de kaart moet worden gezet. Of als mensen Zusje vragen of ze niet gaat scheiden. 

Op een gegeven moment heeft ze de dingen voor zichzelf weer een beetje op een rijtje. Ze besluit dat ze haar man niet hoeft te vergeven. "Wat Dickie heeft gedaan is onvergeeflijk, onomkeerbaar. Toch blijf ik hem trouw. Ik moet ermee leren leven. Erkennen dat je het onvergeeflijk vindt betekent dat je het onder ogen durft te zien. Dat je ermee verder moet." 

"De kleine Britt" -het favoriete hondje van Dickie- is een aangrijpend boek. Het maakt duidelijk hoezeer mensenlevens met elkaar vervlochten zijn, hoe kwetsbaar we daardoor zijn. Het is een knap geconstrueerd verhaal, mooi geschreven ook. Het taalgebruik is beschaafd, soms haast deftig. De sporadische zinnen met vloeken en grove taal doen daarbij des te schriller aan. 

N.a.v. "De kleine Britt. Het leven na de overval", door Els Hupkes; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2000; ISBN 90 351 2224 0; 394 blz.; 45,-.