Positief christelijk is "Een huis voor Tessa" van Gerda Ronhaar wel, maar het is dan ook verschenen in de Horizonreeks van uitgeverij Callenbach. De tienjarige Tessa heeft een Armeense moeder, die ook al naar Nederland is gevlucht. Zij omdat ze geen moslim wilde blijven en met een moslimman trouwen. Ze is in Nederland getrouwd, maar dat had ze ook beter kunnen laten. De Nederlandse echtgenoot heeft haar met haar twee kinderen laten zitten. Sindsdien leven ze op de grens van de armoede.
Zo kan Tessa niet van die mooie merkkleding dragen zoals haar klasgenootjes, en kan ze geen "echte" barbiepoppen voor haar verjaardag en sinterklaas krijgen. Maar wat cijfers betreft is ze een uitblinker. Op dat laatste is Marian vreselijk jaloers. Ze haat Tessa en probeert haar in de klas te isoleren. Zo richt ze een barbieclubje op, want alle meisjes van de klas zijn bezeten van die poppen. Ze stelt één voorwaarde: alleen meisjes met een échte barbie mogen er lid van worden. Tessa dus niet.
Gelukkig wordt Tessa daar in haar dagelijks leven uitstekend voor gecompen seerd. Ze leert een oude timmerman kennen, die bezig is voor zijn gehandicapte kleindochter een prachtig barbiehuis te bouwen. Ze sluit vriendschap met dat meisje, en van dat moment af keert alles zich ten goede. Haar moeder vindt een baan als verkoopster, en dat betekent het einde van de armoede, zodat Tessa nu wel prachtige sinterklaascadeaus krijgt -ook een échte barbie dus-, en opa Timmer vertelt haar over dat andere huis, waar hij in gedachten mee bezig is: het Vaderhuis waar Jezus woont. Heeft ze dan toch ook een eigen, echte Vader?
Een zeer positief christelijk verhaal dus, maar de handeling verloopt naar mijn smaak wat te traag. Wat schrappen hier en daar zou er meer vaart in gebracht hebben, en dat is goed voor de spanning. Niettemin, wat taalgebruik en situatie betreft past het verhaal in de ervaringswereld van de doelgroep.
"Een huis voor Tessa", door Gerda Ronhaar; uitg. Callenbach, Kampen, 2000; ISBN 90 266 1074 2; 148 blz.; 18,50; vanaf 8 jaar.