Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Beppie van de Wege-de Rooy

"Gek, omdat mensen zo gek zijn"

Net voor de Boekenweek begon, verscheen deel 6 van Voskuils romancyclus "Het Bureau". Voskuil beschrijft in "Afgang" de neergang van de mens en de loop van menig leven. 

"Ik heb al genoeg gezeur op m'n werk. Daar hoef ik niet ook nog over te lezen." "In die boeken gebeurt niets." Toegegeven, het lezen van "Het Bureau" lijkt een nutteloze bezigheid: 5500 bladzijden vol (zeer) kleine gebeurtenissen. En echt christelijk valt de romancyclus ook niet te noemen. Er zijn slechts enkele passages waarin Maarten Koning gevoel voor het bovenmaanse toont, zoals bij het beluisteren van "Blijf bij mij Heer", maar dat is dan uitsluitend mildironisch sentiment, dat veel dichter bij Reves "De avonden" ligt dan bij de belevingswereld van de christelijke lezer. 

Calvinist en romanticus
Toch kun je Maarten Koning in zeker opzicht een calvinist noemen, en wel om zijn sobere levenswandel, zijn plichtsgevoel en zijn afkeer van alles wat nieuw is. Daar valt aan toe te voegen Maartens mensbeeld. Hij is er in zijn leven wel achtergekomen, zij het in algemeen existentiële betekenis, wat er van de mens geworden is. "De mens is een beest", zo lezen we in "Afgang", "maar het was veel erger dan hij toen al wist. Lopend over straat zag hij zich omringd door misdadigers. En hij begreep dat dat was omdat hij ouder werd en begon te zien dat zijn tijd eindig was." 

"Afgang" kent menig introspectief fragment, vaak vol weemoed, frustratie en eenzaamheid. Het werk is daarmee een late variant van Bloems gedichtencyclus "De nederlaag", waarin eigenlijk hetzelfde onder woorden wordt gebracht: "En van heel dezen aanslag op den tijd/ Van al dat hunkren naar een levenswende/ Bleef ons alleen maar kommer en ellende/ Verraad en wrok en bittere eenzaamheid." Want Voskuil -hoe modern ook- blijft een romanticus. Alleen... hij laat dit nu juist niet merken. Die romantiek, die weltschmerz, is supersubtiel in de cyclus verwerkt, en dat maakt het lezen ervan zo draaglijk. Het grote leed is verstopt in heel veel klein leed, en we lezen geen grote woorden, maar veel kleine, ogenschijnlijk onbeduidende woorden. Het staat er allemaal zo onderkoeld, met echter wel voelbare, Reviaanse ironie. "Ze dronken koffie met een appelgebakje." Zelfs de stijlfout is hier functioneel. 

Doseren
Voskuil krijgt het voor elkaar dat die dagelijksheid hilarisch wordt. Dankzij ook zijn stijl -die is voortreffelijk- en zijn aanpak. Als Nicolien en Maarten bij de zieke Frans Veen op bezoek zijn, zegt Maarten: ""Je voet lijkt wel wat dunner." Ze keken alle drie naar de in zwarte sok gestoken voet, ongeveer anderhalf keer zo dik als de andere, die ernaast lag." Je kunt die zinnen ook omkeren, maar dan is de lol eraf. Dat later inzoomen op de eigenlijke situatie is zuiver comedy, en bewijst wel dat Voskuil zeer ordenend te werk ging, en er niet zomaar op los schreef. 

Koel
Voskuil zelf (in een interview met C. Meijers): "Ik moet er ontzettend om lachen als ik het lees. Niet omdat ik een karikatuur van die mensen heb willen maken, maar omdat in retrospectief gezien je de betrekkelijkheid inziet. En dat is zuiverend, doordat je het inziet kan je ermee leven." De klassieke catharsis dus. "Als je dit opschrijft moet je heel koel zijn, anders overdoseer je. Pas als het af is moet ik verschrikkelijk lachen. Je kunt niet lachen als je schrijft, dan wordt het een bende. Je schrijft gewoon op wat je ziet en hoort. En dat dat heel gek is, is omdat mensen zo gek zijn." 

"Afgang". In de periode 1982-1987 is er afgang in velerlei opzicht. Maarten zelf neemt afscheid als afdelingshoofd. Verder nemen Jaring, Bavelaar en Balk afscheid. Maar de eigenlijke afgang is toch wel dat Maarten in dit deel alleen staat in zijn beleid, en dat zijn naaste medewerkers hem gaan afvallen. 

Er zijn veel zieken. Het begint al met Maarten zelf, die zeven weken ziek is. Bart Asjes wordt afgekeurd, Jantje ook, vanwege "iets psychisch", Klaas ligt in het ziekenhuis, Mark blijft ziek thuis, Wigbold gaat met ziekteverlof. En geliefde mensen overlijden. Frans Veen sterft, Beerta overlijdt na een lange periode van aftakeling -een van de boeiendste personen is daarmee van het toneel verdwenen-, en ook de moeder van Nicolien overlijdt. Voskuil beschrijft haar begrafenis uitvoerig. Het zijn pagina's vol tekst, zonder enige onderbreking, zonder alinea of dialoog. Letterlijk zwarte bladzijden, alsof Maarten zijn grafstemming daardoor extra cachet heeft willen geven. 

De afgang werkt door, in die zin dat Maarten ook de dingen buiten het Bureau als zinloos gaat ervaren. Hij bekommert zich zijn leven lang om het kleine leed -hij vangt een vlieg en zet hem buiten, doet een verstrooide slak in een potje- maar hij ontdekt, nu hij ouder wordt, dat zelfs deze kleine goede werken geen genoegdoening meer geven. Als hij aan het eind van "Afgang" een verdwaalde hond ziet, overvalt hem een gevoel van machteloosheid. 

Het einde
"Vroeger dacht hij dat het om één hond ging en dat het probleem was opgelost met het vinden van zijn huis. Nu wist hij dat er zoveel meer honden, katten, vogels dan huizen waren, dat er geen beginnen aan was. En hij wist ook dat hij in zo'n wereld niet meer graag leefde." "Afgang": een droevig boek, ook al word je uitvoerig afgeleid door de vele vergaderingen, de dreigende bezuinigingen en de strubbelingen rond de opvolging van Balk. 

En dan komt straks onvermijdelijk het einde van de cyclus, "De dood van Maarten Koning" (deel 7). Dit jaar nog, op vrijdag 10 november, zal het verschijnen, en daarna is het afgelopen. Hoewel? "Er komt nog wat achteraan hoor", zo heeft uitgever Van Oorschot meegedeeld. Wat dat precies zal zijn is nog niet duidelijk. Zijn het Voskuils dagboeken, zoals aangekondigd, of is het zijn nooit gepubliceerde roman "Binnen de huid"? (800 bladzijden!) Voorlopig mogen we nog één deel tegemoet zien, hoewel het einde daarvan de lezer met nog meer weemoedigheid zal vervullen dan dit deel. Dat Maarten Koning er niet meer zal zijn, is vooralsnog een ondraaglijke gedachte. Van mensen die je duizenden bladzijden lang van zo nabij meemaakt, ga je houden. Of je ze nu aardig vindt of niet. Daar valt gewoon niet aan te ontkomen. 

N.a.v. "Afgang", deel 6 van "Het Bureau", door J. J. Voskuil; uitg. G. A. van Oorschot, Amsterdam, 2000; ISBN 90 282 0961 1; 707 blz.