Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Tineke Goudriaan

Jip en Janneke in het Latijn vertaald

In de jongste Jip en Janneke-editie spreken de vrolijke wipneuskleuters geen woord Nederlands. "Quid tibi nomen?" vraagt Jip aan Janneke. Zij heet Jannica, hij luistert naar Jippus en tekkel Takkie naar Surculus (twijgje). Ter gelegenheid van de Boekenweek, die in het teken staat van de klassieken, heeft Harm Jan van Dam (51) achttien korte verhaaltjes van Annie M. G. Schmidt in het Latijn vertaald.

Jip en Janneke in het Latijn vooral grappig? Latinist Van Dam vindt van niet. "Het is een serieus boekje. Ik heb het naar mijn beste vermogen vertaald." Toegeeflijk: "Het is redelijk serieus. Het idee van een kinderboek in het Latijn is natuurlijk leuk." Nog royaler: "Ik heb het gewoon voor m'n plezier gedaan, bij wijze van grapje. Het was leuk om te proberen of het kan en hoe het dan klinkt." 

"Jippus et Jannica" is het eerste Nederlandse kinderboekje in het Latijn. Uit het Engels zijn "Winnie the Poeh", "Paddington" en "Alice in Wonderland" vertaald, maar wat de Nederlandse literatuur betreft bestaat er alleen een Latijnse Heer Bommel-variant. "Eigenlijk een raar idee: een kinderboek in het Latijn", vindt Van Dam. "Romeinse kinderen kénden helemaal geen kinderboeken. Zodra ze leerden lezen, begonnen ze met allerlei wijze zinnen. Als kinderboeken zouden hebben bestaan, dan moet het zo zijn geweest", zegt hij niet zonder zelfbewustzijn. 

Het was kinderboekenuitgeverij Querido in Amsterdam die vorig jaar op het idee kwam ter gelegenheid van de Boekenweek ook een 'klassiek' kinderboek uit te geven. Van Dam, die als docent Latijn aan de Vrije Universiteit werkt en al eerder Latijnse teksten vertaalde, kreeg het verzoek een aantal verhaaltjes van Annie M. G. Schmidt uit te kiezen en ze vervolgens in het Latijn te vertalen. 

Een lastige klus, merkte hij. "Latijn is geen levende taal. Normaal vertaal je úít en niet náár het Latijn. Behalve dan vroeger op school. Dan moest je zinnetjes als: "De soldaat gaat die oorlog in met getrokken zwaard" in het Latijn omzetten. De zinnen in Jip en Janneke kom je in de Latijnse literatuur niet veel tegen; je hebt nauwelijks vergelijkingsmateriaal. Het zijn veel korte regels. Bovendien staan voegwoorden zoals "omdat" en "want" er bijna niet in. Hoe zeg je trouwens "kom, kom" of "warempel" in het Latijn?" 

Niet alle Jip en Janneke-verhalen lieten zich vertalen, merkte Van Dam. "Een stukje waarin de paashaas optreedt of Kerst wordt gevierd, heb ik niet gekozen. Dat kwam niet in de Romeinse cultuur voor. Met allerlei woorden is het net zo. Als het stel met de trein terugrijdt, heb ik dat weggelaten: "Ze gaan terug." Maar van ijsjes maakte ik "globuli gelati", bevroren bolletjes. Dat moeten de Romeinen dan maar begrijpen. Je kunt natuurlijk alles wel vertalen, een televisie en een stofzuiger ook, maar dat zouden veel te lange omschrijvingen worden. Dat doet afbreuk aan de typische Jip en Janneke-stijl." 

Niet simpel
Je vergist je als je denkt dat het Latijn van "Jippus et Jannica" heel eenvoudig is. "Er zitten weinig moeilijke constructies in", geeft Van Dam toe, "maar het is niet simpel. Hoe zeg je bijvoorbeeld: "Het stenen haantje breekt"? Sommige wendingen zijn ook heel lastig. "Immovero" kan "integendeel", "absoluut niet" of "helemaal fout" betekenen - wat maak je er als lezer van? Het Latijn kent bijvoorbeeld ook twee woorden voor "oom": er is verschil tussen een broer van moeder en die van vader. Bij Schmidt is dat niet duidelijk. Dan moet je kiezen." 

De vertaler is verrast dat de eerste druk (13.000 exemplaren) nu al is uitverkocht. De tweede (verbeterde) raakt ook op. "Ik had nooit gedacht dat er zo veel belangstelling voor zou zijn. Hooguit een paar duizend stuks, maar niet meer. Kennelijk zijn Jip en Janneke heel populair. Veel mensen hebben de verhaaltjes natuurlijk als kind gelezen." Jaarlijks gaan er van de volledige Jip-en-Janneke-uitgave 50.000 exemplaren over de toonbank. 

De Latijnse versie komt vooral in de kast te staan bij mensen die Jip en Janneke van vroeger kennen, vermoedt Van Dam. "Leraren kunnen met scholieren veel plezier aan het Latijn beleven. Of degenen die vroeger gymnasium hebben gedaan en nog eens wat laagdrempelig Latijn willen lezen. Heel leuk is het met de Nederlandse tekst ernaast." 

Met haar hbs-opleiding had Annie M. G. Schmidt Van Dams vertaling waarschijnlijk zelf niet kunnen lezen. Grappig zou ze het wel gevonden hebben. 

Mede n.a.v. "Jippus et Jannica" door Annie M. G. Schmidt, vertaald door Harm Jan van Dam, uitg. Querido, Amsterdam, 2000; ISBN 90 214 81588; 63 blz.