"Denk er altijd aan dat je een trots gelijkberechtigd burger van Pruisen bent. En vergeet ook nooit dat je een Jood bent. Mocht jij het vergeten, dan zullen er altijd anderen zijn, die je aan je afkomst herinneren." Deze woorden vormen het motto van het nieuwe boek van de Israëlische auteur Roman Frister, dat het tragische failliet van het Joodse assimilatiedenken nog eens nadrukkelijk illustreert.
Op een vlooienmarkt in het Israëlische Jaffa vond Frister een koffertje dat bol stond van documenten, foto's en dergelijke: het archief van de familie Levy. De bestudering hiervan en verder onderzoek vormden de basis van "Onmogelijke liefde". Het is geen wetenschappelijke studie, maar kan ook niet in de categorie historische roman worden ondergebracht omdat de verhaallijn en dialogen zijn gebaseerd op de gevonden feiten en verwoording daarvan via de originele dagboeken en brieven.
In zes hoofdstukken en een epiloog beschrijft Frister de geschiedenis van het handelsgeslacht Levy in de periode 1750-1945. Hij brengt vijf (eigenlijk zes) generaties Levy in beeld, waarbij de familie en het door hen opgerichte en voortgezette handelshuis de rode draad is, maar ook veel aandacht gegeven wordt aan de politieke en maatschappelijke veranderingen in Pruisen en Duitsland. Gaandeweg blijkt steeds meer dat het doen en laten van de familie wordt bepaald door de genoemde veranderingen en niet zozeer door wat ze zelf willen.
Onmogelijke liefde
Het verhaal begint bij de vader van Asher Jackel (1775-1834), Berish, die in de tweede helft van de achttiende eeuw vanuit Posen naar het Pruisische Pommeren vertrekt. Zoon Asher Jackel gaat de achternaam Levy voeren om zo in aanmerking te komen voor het staatsburgerschap, dat in 1812 ook voor Joden was opengesteld. Uiteindelijk is het diens zoon Asher Levy (1815-1897) die de basis voor het handelshuis Levy legt. Hij investeert onder meer in landbouwproducten, houtzagerijen en spoorwegen.
Asher probeert enerzijds een Pruisisch patriot en anderzijds een wetsgetrouwe Jood te zijn. Voor hem is dat geen dilemma, omdat hij het eerste ziet als bescherming van zijn lichaam en het tweede als zijn geestelijk kompas. Hij denkt door het opbouwen van een kapitaal en het vervullen van zijn burgerplicht volledig te kunnen participeren in de samenleving. Contra-indicaties negeert of bagatelliseert hij bewust.
Toch is juist Asher degene die de waarschuwende woorden van het eerdergenoemde motto uitspreekt tegen zijn zoon Bernhard. Rond 1880 krijgt het woord antisemitisme een politieke lading. Componist Richard Wagner eist dat de Duitse samenleving wordt gezuiverd van de Joodse plaag en de hoogleraar Von Treitschke introduceert de latere nazi-slagzin: "De Joden zijn ons ongeluk." Door dergelijke lieden wordt het antisemitisme "salonfähig" in intellectuele kringen.
Asher, zijn zoon Bernhard (1845-1920) en later ook kleinzoon Leo proberen toch hun onmogelijke liefde tot Duitsland vol te houden, hoewel ze alledrie diep in hun hart weten dat die liefde niet wederzijds is. Het alternatief van overgang tot het christendom of zionisme wijzen zij af. Uiteindelijk zal kleinzoon Leo die dubbele loyaliteit in de Reichskristallnacht van 1938 met zijn leven betalen.
Bergrede
Dat ze beide alternatieven afwijzen begrijp ik vanuit hun standpunt wel, maar een lastiger vraag is waarom ze volharden in hun onmogelijke liefde tot een land dat steeds duidelijker aangeeft dat ze niet gewenst zijn. Bij Leo is duidelijk dat hij na 1935 inziet dat het ideaal van Duits staatsburger van Joodse afkomst een "contradictio in terminis" is geworden. Hij heeft echter niet meer de vitaliteit om nog te vertrekken en kiest voor de rol van de kapitein op het zinkende schip.
Het waarom van de dubbele loyaliteit van Asher en Bernhard is moeilijker te doorgronden. Al denkend hierover kwam ik uit bij de opmerking van de Heere Jezus uit de Bergrede: "Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en andere liefhebben, of hij zal de ene aanhangen en de andere verachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon."
Mijns inziens verklaart dit principe een en ander. Enerzijds hangen vader en zoon aan hun Joodse wortels (Asher bezoekt zelfs Jeruzalem en steunt projecten aldaar), maar anderzijds zijn ze erg aan hun financiële positie in Duitsland gehecht, die bij een eventuele emigratie zeer zou verslechteren. En dat laatste willen ze absoluut niet. Een zeer menselijke en begrijpelijke keuze, die echter een aantal van hun nazaten fataal zal worden. Een keuze tussen de uiterste consequentie van hun Joodse religie (namelijk God dienen in het Beloofde Land) en hun geld (dat in Duitsland veilig is), maken ze niet. Dat niet kiezen ook een keuze is, beseffen ze niet. Dit boek heeft dus niet slechts een historische, maar ook een psychologische en een religieuze lading.
Nek uitsteken
"Onmogelijke liefde" is een boeiend boek van een auteur die goed en pakkend kan schrijven. Het geeft vooral een beeld van het leven en denken in een welgestelde, naar emancipatie strevende Joodse familie in een roerig Duitsland. Erg handig daarbij zijn de familiestamboom voorin en de familiefoto's in het midden. Achterin staat een begrippenlijst waarin allerlei (Joodse) termen worden uitgelegd.
Minder aangenaam vind ik dat Frister de naam van God enkele malen als stopwoord misbruikt. Verder kwam ik wat historische onjuistheden tegen, zoals de opmerking het Verdrag van Versailles van 1920 dateert, terwijl het verdrag op 28 juni 1919 werd ondertekend. Ook lijkt het alsof Walther Rathenau tot het christendom zou zijn overgegaan en dat is niet zo.
En tot slot worden twee alinea's over Luther geschreven die veel te kort door de bocht zijn. Frister zet Luther op één lijn met Hitler, alsof Luthers anti-judaïsme van dezelfde orde is als Hitlers antisemitisme. Dat is een anachronisme. Evenals de voorstelling dat Luther tijdens de boerenoorlog van 1525 de kant van de gevestigde orde koos en de uitgezogen boeren aan hun lot overliet. Tegen beide partijen heeft hij harde woorden gesproken, waarbij hij de boeren aansprak op het moment dat die aan de winnende hand leken te zijn. Hij stak juist zijn nek uit om chaos te voorkomen en een vermenging van de Reformatie met een revolutionair politiek program tegen te gaan.
N.a.v. "Onmogelijke liefde. De geschiedenis van de familie Levy", door Roman Frister; uitg. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1999, uit het Duits vertaald door Gerda Baardman; ISBN 90 254 9823 X; 320 blz.; 59,90.